In deze zaak heeft de kinderrechter op 10 juli 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van drie minderjarigen, [minderjarige01], [minderjarige02] en [minderjarige03], op verzoek van de Gecertificeerde Instelling (GI). De minderjarigen waren eerder onder toezicht gesteld op 12 juli 2022, en de GI verzocht om verlenging van deze maatregel voor een jaar, tot 12 juli 2024. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij zowel de moeder als de vader, bijgestaan door hun advocaten, aanwezig waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er positieve ontwikkelingen zijn geweest in de situatie van de moeder, die zich openstelde voor hulpverlening. Echter, er blijven zorgen bestaan over de ontwikkeling van de minderjarigen en de communicatie tussen de ouders. De kinderrechter oordeelde dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk blijft, gezien de nog aanwezige zorgen en de behoefte aan verdere hulpverlening. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd en deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk moet worden uitgevoerd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. Combee, kinderrechter, in aanwezigheid van de griffier mr. Snatersen.