ECLI:NL:RBZWB:2023:4711
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake inzage verzoek politiegegevens
Op 6 juli 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak tussen een verzoeker en de korpschef van de Nationale Politie. De zaak betreft een verzoek om inzage op grond van de Wet politiegegevens, waarbij de verzoeker in een besluit van 30 januari 2023 te horen kreeg dat hij niet gesignaleerd was in het Schengen Informatie Systeem (SIS) of het systeem Executie en Signaleren (E&S). De verzoeker heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij meende dat het besluit onvolledig was. Hij vroeg de voorzieningenrechter om volledige inzage in de verwerking van zijn gegevens.
In een brief van 10 mei 2023 heeft de verweerder, de korpschef, medegedeeld dat er een fout was gemaakt en dat de informatie naar de juiste eenheid had moeten worden gestuurd. Op 13 april 2023 bleek dat de verzoeker nog wel gesignaleerd stond bij Interpol, wat niet was meegenomen in het eerdere besluit. De verzoeker trok zijn verzoek om voorlopige voorziening in op 14 juni 2023, omdat er in goed overleg inzage was gegeven in de relevante gegevens. Hij vroeg echter wel om vergoeding van de proceskosten.
De voorzieningenrechter heeft zonder zitting uitspraak gedaan over de proceskosten. De rechter oordeelde dat de verweerder tegemoet was gekomen aan het verzoek om voorlopige voorziening, aangezien het eerdere besluit gebreken vertoonde. De voorzieningenrechter heeft de verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de verzoeker, vastgesteld op € 837,-, en het door de verzoeker betaalde griffierecht van € 184,- dient eveneens vergoed te worden. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.