ECLI:NL:RBZWB:2023:4685

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
6 juli 2023
Publicatiedatum
6 juli 2023
Zaaknummer
02/188945-20
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omzetting van TBS met voorwaarden naar TBS met verpleging van overheidswege

Op 6 juli 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda uitspraak gedaan in de zaak van [betrokkene01], die eerder was veroordeeld tot terbeschikkingstelling (TBS) met voorwaarden. De officier van justitie had op 15 juni 2023 gevorderd dat [betrokkene01] alsnog van overheidswege zou worden verpleegd, omdat hij de voorwaarden van zijn TBS had overtreden. De rechtbank heeft deze vordering behandeld en vastgesteld dat [betrokkene01] ernstige overtredingen heeft gepleegd, waaronder het negeren van een drugsverbod en betrokkenheid bij een gewelddadig incident op 13 juni 2023.

De rechtbank heeft het advies van Reclassering Nederland gevolgd, dat stelde dat de huidige TBS met voorwaarden niet het juiste kader bood voor de behandeling van [betrokkene01]. De reclassering had geconstateerd dat [betrokkene01] niet meewerkte aan diagnostiek en behandeling, en dat er ernstige zorgen waren over zijn functioneren. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen in het geding was en dat de TBS met verpleging van overheidswege noodzakelijk was.

De verdediging had verzocht om de voorlopige verpleging te verlengen, maar de rechtbank wees dit verzoek af. De rechtbank concludeerde dat de TBS met verpleging van overheidswege de enige optie was om de veiligheid te waarborgen en de behandeling van [betrokkene01] adequaat te kunnen uitvoeren. De beslissing om de TBS om te zetten in een TBS met verpleging van overheidswege werd unaniem genomen door de rechters.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02/188945-20
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 6 juli 2023
op de vordering van de officier van justitie tot het alsnog van overheidswege verplegen van
[betrokkene01]
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1991
thans gedetineerd in penitentiaire inrichting Vught (PPC)

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie d.d. 15 juni 2023, die strekt tot de voorlopige verpleging van [betrokkene01] (hierna: [betrokkene01] );
- de vordering van de officier van justitie d.d. 15 juni 2023, die strekt tot het alsnog van overheidswege verplegen van [betrokkene01] ;
- het rapport van Reclassering Nederland met het voorlopig advies tot omzetting naar TBS
met dwangverpleging d.d. 15 juni 2023.

2.De procesgang

Bij vonnis van de rechtbank Breda van 21 december 2021 is [betrokkene01] , wegens poging tot doodslag en poging tot zware mishandeling, veroordeeld tot terbeschikkingstelling (hierna: TBS) met voorwaarden.
De officier van justitie heeft op grond van artikel 6:6:10, eerste lid, onder e, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) op 15 juni 2023 gevorderd dat [betrokkene01] alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
De rechter-commissaris heeft op 16 juni 2023 de voorlopige verpleging van [betrokkene01] bevolen. [betrokkene01] is daarop overgeplaatst naar het PPC te Vught.
De rechtbank heeft deze vordering op 22 juni 2023 tijdens een openbare terechtzitting behandeld. Ter zitting is de officier van justitie gehoord. Tevens is [betrokkene01] gehoord, telefonisch bijgestaan door zijn raadsman mr. J.C. Hesen, advocaat te Utrecht. Ook is de [deskundige01] , reclasseringsmedewerker, gehoord.

3.Het advies van de reclassering

In haar advies van 15 juni 2023 heeft Reclassering Nederland geadviseerd de TBS met voorwaarden om te zetten in een TBS met verpleging van overheidswege, omdat [betrokkene01] de voorwaarden van zijn TBS heeft overtreden.
Bij [betrokkene01] is sprake van een ziekelijke stoornis in de vorm van een waanstoornis,
paranoïde vorm, multipele episoden, momenteel in acute episode. Voorts is er sprake van persoonlijkheidsproblematiek (met in elk geval ontwijkende trekken), die echter niet nader in de DSM gespecificeerd kan worden gezien het feit dat de waanstoornis alles overheersend is, waardoor persoonlijkheidsonderzoek nauwelijks mogelijk is.
Vanwege zorgen rondom het functioneren van [betrokkene01] en het meermalen overtreden van voorwaarden, met name overtreding van het drugsverbod, werd [betrokkene01] op 11 april 2023 vanuit forensisch begeleid wonen overgeplaatst naar [kliniek01] . Ingeschat werd dat sprake was van toenemende risico’s. Er was sprake van achterdocht, er werd een psychotische beeld waargenomen en [betrokkene01] deed zorgelijke uitspraken richting het slachtoffer van het indexdelict. Op 15 mei 2023 vond er een zorg- afstemmingsgesprek plaats. Het gesprek verliep moeizaam en over een aantal therapie onderdelen liet [betrokkene01] zich negatief uit.
De behandelaren hebben vastgesteld dat sprake was van een actief waansysteem en dat zijn waan op de voorgrond leek te staan. Het toezicht van [betrokkene01] werd op 8 juni 2023 overgedragen aan [deskundige01] . Vanuit [kliniek01] bleek dat er ernstige zorgen waren rondom het functioneren van [betrokkene01] . Hij wil niet meewerken aan ‘nieuwe’ diagnostiek en het behandelteam ziet een psychotisch beeld en heeft het vermoeden dat [betrokkene01] lijdt aan schizofrenie.
Het behandelteam heeft het huidige medicatiebeleid, vooral de aard en dosering van de medicatie, aan de orde gesteld. Het behandelteam heeft ook vastgesteld dat [betrokkene01] niet meewerkt aan behandelmodules en er is geen zicht op zijn belevingswereld.
De afspraak is gemaakt dat de ‘nieuwe’ toezichthouder op 19 juni in de FPA zou langskomen voor een kennismakingsgesprek. Tevens zou [betrokkene01] worden aangesproken op het overtreden van regels, onttrekking aan voorwaarden en het niet meewerken aan diagnostiek/behandeling.
In de nacht van 13 op 14 juni 2023 bleek echter dat [betrokkene01] betrokken was bij een incident waarbij hij een medewerker had aangevallen en daarbij glas in zijn handen had. De medewerker is gewond geraakt aan zijn arm en hand en kon uiteindelijk wegkomen. [betrokkene01] begon hierna met het barricaderen van de afdeling. De politie is ingeschakeld, is met schild de afdeling opgelopen en heeft [betrokkene01] aangehouden.
Om een TBS met voorwaarden te kunnen laten slagen is medewerking aan bijvoorbeeld inname van medicatie, bloedspiegelbepalingen, diagnostiek en behandeling noodzakelijk. Daarnaast is een open houding van de terbeschikkinggestelde noodzakelijk om risico’s goed te kunnen inschatten. Binnen het huidige TBS-kader en beveiligingsniveau is het niet mogelijk gebleken vat te krijgen op de kernproblematiek van [betrokkene01] en daarmee risico’s af te wenden. De reclassering concludeert nu dat TBS met voorwaarden niet het geschikte kader is om [betrokkene01] te behandelen en dat, gelet op het voornoemde verloop, behandeling binnen een hoger beveiligingsniveau geïndiceerd is. De reclassering adviseert de TBS met voorwaarden om te zetten naar een TBS met dwangverpleging.
Het risico op recidive wordt op basis van de OXREC ingeschat als gemiddeld. Op basis van
voortschrijdend inzicht wordt gesteld dat het risico op recidive als onverminderd hoog ingeschat moet worden.
Ter zitting heeft [deskundige01] daaraan nog het volgende toegevoegd. Nadat het voorval had plaatsgevonden, is er nog geprobeerd in contact te komen met [betrokkene01] , echter een gesprek bleek niet mogelijk. De reclassering vond het voorval dusdanig ernstig – ook in combinatie met de andere overtredingen van de voorwaarden – dat zij heeft besloten een rapport op te stellen met daarin het advies de TBS om te zetten. [betrokkene01] was niet te peilen na het incident en wenste nergens aan mee te werken en wilde zelfs geen gesprek aangaan. De reclassering heeft geen noodzaak gezien om opnieuw te trachten met terbeschikkinggestelde in gesprek te gaan. De doorbraken van [betrokkene01] zijn niet te voorspellen waardoor een time-out ook niet tot de mogelijkheden behoort. De reclassering blijft bij het advies de TBS met voorwaarden om te zetten naar een TBS met verpleging van overheidswege.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie blijft bij haar vordering tot omzetting van de TBS met voorwaarden in een TBS met verpleging van overheidswege. TBS met voorwaarden is destijds gezien als geschikte maatregel om terbeschikkinggestelde terug de maatschappij in te krijgen. Uit de tussenverslagen blijkt dat [betrokkene01] in de afgelopen periode meerdere voorwaarden heeft overtreden. Een officiële waarschuwing in november 2022 heeft niet tot gedragsverandering geleid. Het incident in de nacht van 13 op 14 juni 2023 was voor de reclassering aanleiding te adviseren de TBS met voorwaarden om te zetten in een TBS met verpleging van overheidswege. De mogelijkheden om [betrokkene01] binnen het huidige kader te behandelen zijn uitgeput en het in dit kader haalbare beveiligingsniveau volstaat niet langer. Om tot structurele gedragsverandering en recidivebeperking te komen, wordt het stevige kader van verpleging van overheidswege noodzakelijk geacht.

5.Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft betoogd dat de belangrijkste reden voor het advies tot omzetting is gelegen in het beveiligingsniveau dat niet langer volstaat. Het rapport van de reclassering acht de verdediging daarvoor echter te summier. Hiervoor is ook het strafdossier nodig dat ten grondslag ligt aan het incident van 13 op 14 juni 2023. De verdediging begrijpt dat er iets moet gebeuren, maar zou een minder definitief alternatief willen. De verdediging verzoekt de voorlopige verpleging te verlengen tot de behandeling van de strafzaak. In de tussentijd kan stabilisatie worden bereikt en wellicht kan alsnog een gesprek worden aangegaan met [betrokkene01] . Dit geeft tijd om te bezien hoe de situatie over een aantal maanden is. Dit is minder vergaand dan meteen over te gaan tot omzetting van de TBS met voorwaarden in een TBS met verpleging.

6.Het oordeel van de rechtbank

Artikel 6:6:10, eerste lid, aanhef en onder e, Sv bepaalt dat de rechtbank, indien de terbeschikkinggestelde een voorwaarde niet heeft nageleefd of anderszins het belang van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen zulks eist, gedurende de looptijd van de terbeschikkingstelling bevoegd is te beslissen dat de ter beschikking gestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
Uit het voorgaande is gebleken dat [betrokkene01] de voorwaarden op ernstige wijze heeft overtreden. Uit de voortgangsverslagen blijkt dat [betrokkene01] wegens het meermalen overtreden van voorwaarden (drugsverbod) op 11 april 2023 vanuit forensisch begeleid wonen is overgeplaatst naar [kliniek01] . Daar heeft een afstemmingsgesprek plaatsgevonden wat erg moeizaam is verlopen. [betrokkene01] stelt zich alles behalve meewerkend op. [betrokkene01] wil niet meewerken aan ‘nieuwe’ diagnostiek en het behandelteam ziet een psychotisch beeld en doet uitspraken over vermoedens van schizofrenie. In de nacht van 13 op 14 juni 2023 vindt het incident plaats wat voor de reclassering reden is geweest te adviseren de TBS met voorwaarden om te zetten.
Volgens de reclassering laat [betrokkene01] zien dat hij zich niet wil of kan houden aan de voorwaarden. Dit heeft tot gevolg dat de reclassering geen uitvoering meer kan geven aan een verantwoord risicomanagement onder het huidige TBS-regime en het daaraan gekoppelde beveiligingsniveau. De rechtbank sluit zich aan bij de inschatting van de reclassering en is op grond daarvan ook van oordeel dat het huidige juridische kader van een TBS met voorwaarden onvoldoende garanties biedt voor de veiligheid van anderen.
Uit de rapportage van de Reclassering van 15 juni 2023 volgt dat het recidiverisico wordt ingeschat als gemiddeld. Op basis van voortschrijdend inzicht wordt echter gesteld dat het risico op recidive als onverminderd hoog ingeschat moet worden. Dit betekent dat, naast het overtreden van de voorwaarden, ook het belang van de veiligheid van anderen vereist dat [betrokkene01] alsnog van overheidswege zal worden verpleegd. De rechtbank ziet – gelet op hetgeen hiervoor is overwogen – geen aanleiding de strafzaak van het incident af te wachten en de voorlopige verpleging te verlengen zoals door de verdediging is verzocht.
De rechtbank overweegt voorts dat [betrokkene01] bij vonnis van 21 december 2021 tot TBS met voorwaarden was veroordeeld voor misdrijven die gericht waren tegen of gevaar veroorzaakt hebben voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. [betrokkene01] is immers veroordeeld voor het plegen van een poging tot doodslag en een poging tot zware mishandeling. Gelet op de bewezenverklaring, de kwalificatie en de motivering van de toen opgelegde maatregel kan worden vastgesteld dat dit geweldsmisdrijven zijn. Dit brengt met zich dat de TBS met verpleging van overheidswege thans niet gemaximeerd is. De totale duur van de maatregel kan daarom een periode van vier jaar te boven gaan.
Gezien het voorgaande zal de rechtbank de vordering van de officier van justitie toewijzen en de TBS met voorwaarden omzetten in een TBS met verpleging van overheidswege.

7.De beslissing.

De rechtbank zet de TBS met voorwaarden om in een TBS met verpleging van overheidswege en beveelt dat [betrokkene01] van overheidswege zal worden verpleegd.
Deze beslissing is gegeven door mr. G.M.J. Kok, voorzitter, mr. W.A.H.A. Schnitzler-Strijbos en mr. K. Verschueren, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier K. de Klerk-van Rijs en is uitgesproken ter openbare zitting op 6 juli 2023.
K. de Klerk-Van Rijs is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te onderteken.