ECLI:NL:RBZWB:2023:4677

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster II Handelszaken

Middelburg

zaaknummer / rekestnummer: C/02/410814 / KG RK 23-412

Beschikking van de voorzieningenrechter van 26 juni 2023

in de zaak van

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[verzoekster sub 01] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[verzoekster sub 02] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

verzoeksters,

advocaten mr. Chr.F. Kroes, mr. D.V. Bondarchuk en mr. G.H.A. Ruggeri-Laderchi te Amsterdam

[verweerder01],

wonende te [woonplaats01] aan de [adres01] ,

belanghebbende.

Verzoekster zullen verder gezamenlijk [verzoeksters01] en verweerder [verweerder01] worden genoemd.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

het verzoekschrift
telefonisch horen van verzoeksters.

2.Het verzoek en de beoordeling daarvan

2.1.

[verzoeksters01] verzoekt – samengevat - haar verlof te verlenen om conservatoir bewijsbeslag te leggen op kopieën van de in het verzoekschrift, dat aan deze beschikking wordt gehecht, onder randnummer 39 (voorzieningenrechter: bedoeld zal zijn nummer 40) genoemde bescheiden die aanwezig zijn op de gegevensdragers en/of in de accounts van [verweerder01] , die hij onder zich heeft in zijn woonhuis en/of bijgebouwen aan de [adres01] te [woonplaats01] en/of in zijn auto.

2.2.

Voor de aan het verzoek ten grondslag gelegde stellingen (en de ter onderbouwing daarvan in het geding gebrachte bewijsstukken) verwijst de voorzieningenrechter naar het aangehechte beslagrekest.

2.3.

[verweerder01] is oud-werknemer van [verzoekster sub 02] B.V. Hij heeft op 25 februari 2021 ontslag genomen. [verweerder01] is vervolgens in dienst getreden bij [bedrijf01] B.V., een vennootschap uit [naam01] (voorheen) een belangrijke handelspartner van [verzoeksters01] . [verzoeksters01] meent dat [verweerder01] , in strijd met de met hem gesloten geheimhoudingsovereenkomst, bedrijfsgeheimen van [verzoeksters01] heeft gedeeld met zijn nieuwe werkgever of een daaraan gelieerde vennootschap. [verzoeksters01] is voornemens in verband daarmee een vordering tot schadevergoeding tegen [verweerder01] en [naam01] in te stellen. Vooruitlopend daarop zal zij in kort geding afschrift vorderen van kopieën van bescheiden die zich onder [verweerder01] bevinden.

2.4.

Het gestelde handelen van [verweerder01] zoals vermeld in aangehecht beslagrekest is naar het oordeel van de voorzieningenrechter voorshands voldoende aannemelijk en dit is voldoende ernstig om de toepassing van een ingrijpend dwangmiddel als het bewijsbeslag te rechtvaardigen. Ook is uit het verzoekschrift voldoende af te leiden dat de in beslag te nemen bescheiden zich onder gerekwestreerde bevinden. Op 25 januari 2021 heeft [verweerder01] het volledige klanten- en leveranciersbestand van [verzoeksters01] opgevraagd bij een medewerkster van [verzoeksters01] Deze Excelbestanden bevatten informatie over, onder meer, prijsafspraken met klanten, alle leveringen van [verzoeksters01] aan klanten, artikelen die door [verzoeksters01] worden ingekocht, contactgegevens van klanten en contactgegevens van leveranciers. In het kader van een door [verzoeksters01] verzocht voorlopig getuigenverhoor, gehouden op 23 mei 2023, heeft [verweerder01] onder andere verklaard dat hij een Excelbestand met klantgegevens, waaronder verkoopprijzen, “heeft gekopieerd” om die gegevens te gebruiken voor de door hem tegen [verzoekster sub 02] B.V. aanhangig gemaakte procedure. Blijkens een door een medewerker van [verzoeksters01] van het beeldscherm van de persoonlijke computer van [verweerder01] gemaakte foto, bevonden zich in de inbox van de outlookomgeving van [verweerder01] twee mapjes getiteld “ [verzoeksters01] ” en “ [naam01] ”. Op grond daarvan is aannemelijk dat [verweerder01] bedrijfsgeheimen en/of concurrentiegevoelige informatie van [verzoeksters01] van zijn werklaptop naar zijn persoonlijke laptop heeft verplaatst.

2.5.

Gezien de aard van het aan [verweerder01] verweten handelen en het gestelde in het verzoekschrift is aannemelijk dat een verzoek tot medewerking aan bewijslevering tot vernietiging dan wel verduistering van bewijsmiddelen zal leiden, zodat een bewijsbeslag noodzakelijk is voor de bewijslevering van verzoekers. Immers, na beëindiging van zijn dienstverband weigerde [verweerder01] zijn werklaptop en werktelefoon aan [verzoeksters01] af te geven. Om afgifte te bewerkstelligen is een werknemer van [verzoeksters01] naar de woning van [verweerder01] moeten gaan. Tijdens dit bezoek heeft de medewerker geconstateerd dat [verweerder01] bezig was bestanden van zijn werklaptop over te zetten naar zijn persoonlijke computer. Om dezelfde reden zal [verweerder01] niet worden gehoord op het verzoek.

2.6.

De in het verzoekschrift omschreven (digitale) bestanden waarop [verzoeksters01] beslag wenst te leggen zijn naar het oordeel van de voorzieningenrechter in het verzoekschrift voldoende precies omschreven.

maken van kopieën en bewaring

2.7.

Het verzochte bewijsbeslag betreft digitale bestanden. Voor zover mogelijk zal de deurwaarder (digitale) kopieën van de in beslag te nemen bescheiden maken, die vervolgens in gerechtelijke bewaring worden genomen.

2.8.

De voorzieningenrechter overweegt dat de te kopiëren bescheiden die onder het

conservatoir beslag vallen in beginsel ter plaatse dienen te worden geselecteerd. Soms is dat

een langdurig proces. Dan zijn er twee mogelijkheden:

1. De beslagene geeft toestemming om de gehele gegevensdragers te kopiëren dan wel mee

nemen om te kopiëren, zodat later de selectie kan worden gemaakt van hetgeen onder het

beslag valt.

2. De beslagene geeft deze toestemming niet. Als de deurwaarder, in samenspraak met de in

te schakelen technisch expert, tot de conclusie komt dat de selectie ter plaatse niet praktisch

uitvoerbaar is, zal de voorzieningenrechter toestaan om:

a) ter plaatse een integrale kopie te maken, die op het terrein/binnen het bedrijf van de

beslagene blijft, en daar dient te worden bewaard in een door de deurwaarder af te sluiten

ruimte of in verzegelde vorm. De bewaartermijn is 10 werkdagen. De deurwaarder,

eventueel vergezeld van de IT-specialist, kan deze integrale kopie gedurende de

bewaarperiode raadplegen en dient deze na afloop van de bewaarperiode te vernietigen; en

b) een kopie te maken van een eerste selectie van de onder het beslag vallende bescheiden en deze kopie mee te nemen naar het kantoor van de deurwaarder/IT-specialist. Definitieve selectie van daadwerkelijk in beslag te nemen bescheiden wordt vervolgens ten kantore van de deurwaarder of de IT-specialist (onder toezicht van de deurwaarder) gemaakt. De gerekwestreerde/beslagene, diens advocaat en/of een door deze aan te wijzen eigen IT-specialist is/zijn gerechtigd daarbij aanwezig te zijn met maximaal 2 personen. Om die aanwezigheid mogelijk te maken zal het selectieproces uiterlijk 3 werkdagen worden uitgesteld. De selectie zelf zal hoogstens 5 werkdagen duren, waarna de meegenomen kopie aan de gerekwestreerde/beslagene wordt geretourneerd.

gerechtelijke bewaring

2.9.

Als bewaarder in de zin van art 709 Rv van het in beslag te nemen bewijsmateriaal zal DigiJuris, Wiekenweg 54a te 3815 KL Amersfoort worden aangewezen, die daartoe blijkens het verzoekschrift bereid en in staat is. Het bewijsbeslag dient om het beslag veilig te stellen, hetgeen bewaring bij een onafhankelijke derde vereist. De bijzondere omstandigheden rechtvaardigen dat het bevel tot bewaring terstond wordt gegeven, zonder dat de beslagene daarover wordt gehoord (zie art. 709 lid 3).

geheimhouding

2.10.

De deurwaarder en DigiJuris zal worden bevolen de in beslag genomen gegevens geheim te houden tot de rechter heeft bepaald of en in hoeverre zij ter inzage mogen worden gegeven of verstrekt aan verzoeker.

medewerkingsplicht beslagene

2.11.

Met betrekking tot de medewerkingsplicht van [verweerder01] aan de tenuitvoerlegging van het beslagverlof overweegt de voorzieningenrechter dat deze medewerkingsplicht niet hoeft te worden aangenomen indien tijdens de beslaglegging een gegevensdrager wordt aangetroffen waarop een of meer versleutelde of met een toegangscode beschermde bestanden staan. Indien redelijke grond bestaat om te vermoeden dat deze bestanden zijn aan te merken als bescheiden in de zin van het beslagverlof, kan de deurwaarder deze gegevensdrager zelf in beslag nemen indien de bestanden niet voor hem toegankelijk worden gemaakt. De rechter in de hoofdzaak beoordeelt of [verweerder01] gehouden is toegang tot de bestanden te verschaffen; hetzelfde geldt voor de consequenties voor het geval dit ten onrechte wordt geweigerd.

2.12.

Indien tijdens de tenuitvoerlegging van het beslagverlof echter redelijke gronden blijken te bestaan om te vermoeden dat [verweerder01] digitale bestanden elders dan op een aangetroffen gegevensdrager, bijvoorbeeld “in the cloud” bewaart, en dat deze bestanden vallen onder het beslagverlof, dient hij deze bestanden voor de deurwaarder toegankelijk te maken. De rechterlijke toestemming tot beslaglegging omvat in dit soort gevallen immers uit haar aard mede een tot de beslagene gericht bevel om de noodzakelijke medewerking te verlenen aan de beslaglegging omdat die toestemming anders zinloos zou zijn.

aanwezigheid [verzoeksters01]

2.13.

De voorzieningenrechter overweegt dat een rechterlijk verlof tot het leggen van bewijsbeslag geen verdergaande aanspraken geeft dan de bewaring van de in beslag genomen bescheiden en de beslaglegger niet het recht geeft bij de beslaglegging aanwezig te zijn. De voorzieningenrechter zal gelet daarop en teneinde te voorkomen dat [verzoeksters01] in de fase van beslaglegging op de hoogte komt van de in beslag genomen bescheiden bepalen dat [verzoeksters01] bij de beslaglegging niet aanwezig mag zijn.

aanwezigheid advocaat beslagene

2.14.

De voorzieningenrechter overweegt dat het [verweerder01] is toegestaan een advocaat of andere vertrouwenspersoon in te schakelen die bij het bewijsbeslag aanwezig mag zijn. De gerechtsdeurwaarder hoeft met de beslaglegging niet op de aanwezigheid van de advocaat of vertrouwenspersoon te wachten. De voorzieningenrechter zal bepalen dat, indien [verweerder01] in het eerste uur na aanvang van het beslag laat weten dat hij een advocaat of andere vertrouwenspersoon heeft gevraagd aanwezig te zijn, de beslaglegging niet wordt voltooid voordat deze aanwezig is en zijn mening heeft kunnen geven. De voorzieningenrechter neemt hierbij in aanmerking dat [verweerder01] op het verlof en de gerechtelijke bewaring niet voorafgaande aan de verlofverlening is gehoord. Indien en voor zover de deurwaarder gereed is hoeft hij niet langer dan een uur na gereed zijn op de komst van de advocaat of vertrouwenspersoon te wachten.

proces-verbaal beslaglegging

2.15.

Het proces verbaal van beslaglegging dat de deurwaarder aan verzoeker/ster zal verstrekken zal geen informatie omtrent de inhoud van het in beslag genomene bevatten. Het tijdstip van aanvang en einde van de beslaglegging zullen altijd worden vermeld.

dwangsommen

2.16.

De door [verzoeksters01] verzochte dwangsommen, voor het geval gerekestreerde geen medewerking verleent aan de beslaglegging, zijn te hoog en het moment waarop [verweerder01] dwangsommen zou moeten gaan verbeuren, nadat 5 minuten zijn verstreken na een verzoek tot medewerking van de deurwaarder, te kort. Dat laatste geldt eens temeer aangezien niet aannemelijk is dat een langere termijn [verweerder01] (nog) beter in staat zou stellen bewijs te verwijderen, als er een deurwaarder aanwezig is.

alle dagen en uren

2.17.

Het verzoek beslag te mogen leggen op alle dagen en uren zal worden afgewezen omdat dat verzoek ongemotiveerd is gebleven en overigens bewijsbeslag in een woonhuis wordt verzocht en dit in verband met de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van mogelijke huisgenoten ongewenst is.

termijn instellen eis in de hoofdzaak

2.18.

Verzoeker maakt melding van de hoofdzaak die hij voornemens is in te stellen. In het kader van dit bewijsbeslag zal een termijn voor het instellen van de hoofdzaak worden bepaald, te weten twee weken.

2.19.

Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter

3.1.

verleent [verzoeksters01] verlof tot het ten laste van [verweerder01] leggen van conservatoir bewijsbeslag op kopieën van de onder punt 40 van het aangehechte verzoekschrift vermelde digitale bestanden die hij onder zich heeft in zijn woonhuis en/of bijgebouwen aan de [adres01] te [woonplaats01] en/of in zijn auto;

3.2.

bepaalt dat de deurwaarder zich zal doen bijstaan door ICT-specialist DigiJuris B.V. Wiekenweg 54a te 3815 KL Amersfoort die werkt onder zijn verantwoordelijkheid, die hierbij tevens als gerechtelijk bewaarder wordt aangewezen;

3.3.

bepaalt dat de deurwaarder en/of DigiJuris, indien en voor zover zich daarin (één) gegevensdrager(s) bevindt/bevinden, gemachtigd is tot het binnentreden van (de) aan de beslagene toebehorende auto(‘s);

3.4.

indien tijdens het bewijsbeslag een gegevensdrager wordt aangetroffen waarop een of meer versleutelde of met een toegangscode beschermde bestanden staan en er redelijke grond bestaat om te vermoeden dat deze bestanden zijn aan te merken als bescheiden in de zin van het beslagverlof, kan de deurwaarder deze gegevensdrager in beslag nemen indien de bestanden niet voor hem toegankelijk worden gemaakt.

3.5.

bepaalt dat indien redelijke gronden bestaan om te vermoeden dat digitale

bestanden waarvoor dit beslagverlof geldt elders op een externe server worden bewaard,

[verweerder01] deze bestanden voor de deurwaarder toegankelijk dient te maken door het

verstrekken van de benodigde wachtwoorden en inlogcodes;

3.6.

bepaalt dat [verweerder01] een dwangsom verbeurt indien hij niet voldoet aan deze

medewerkingsplicht en er twee uur zijn verstreken na een verzoek van de deurwaarder

daartoe, van € 5.000,00 vermeerderd met een dwangsom van € 2.500,00 per uur voor ieder

uur dat gerekestreerde niet (volledig) aan deze medewerkingsplicht voldoet met een

maximum van € 25.000,00;

3.7.

Het bewijsbeslag dient zoveel mogelijk te worden gelegd op kopieën

van documenten en/of digitale bestanden. Indien het maken van kopieën ter plaatse van de beslaglegging praktisch niet uitvoerbaar blijkt en de deurwaarder geen toestemming verkrijgt van beslagene voor het maken van kopieën elders, kan onder de volgende (cumulatieve) voorwaarden het beslag worden gelegd op de integrale gegevensdrager(s) waarop deze documenten en/of digitale bestanden zich bevinden. De deurwaarder dient de beslagene en (als dat een ander is) gerekwestreerde te horen. Als hij van oordeel blijft dat beslaglegging ter plaatse praktisch niet uitvoerbaar is, dient hij de volgende procedure te volgen:

a. a) ter plaatse een integrale kopie te maken, die op het terrein/binnen het bedrijf van de beslagene blijft, en daar dient te worden bewaard in een door de deurwaarder af te sluiten ruimte of in verzegelde vorm. De bewaartermijn is 10 werkdagen. De deurwaarder, eventueel vergezeld van de IT-specialist, kan deze integrale kopie gedurende de bewaarperiode raadplegen en dient deze na afloop van de bewaarperiode te vernietigen; en

c) binnen 24 uur na aanvang van de beslaglegging in een proces-verbaal vast te leggen dat sprake is van een beslag dat ter plaatse niet praktisch uitvoerbaar is onder vermelding van de omstandigheden waarop die beoordeling is gebaseerd. Dit proces-verbaal wordt aan verzoeker, gerekwestreerde en de beslagene verstrekt;

3.8.

bepaalt dat de in bewijsbeslag genomen zaken in gerechtelijke bewaring zullen worden gegeven aan DigiJuris B.V. Wiekenweg 54a te 3815 KL Amersfoort;

3.9.

het is de deurwaarder toegestaan om, als daartoe aanleiding is, twee verschillende processen-verbaal van het bewijsbeslag op te maken: één proces-verbaal dat is bestemd voor verzoekster, waarin de in beslag genomen zaken slechts globaal zijn omschreven, en één proces-verbaal dat is bestemd voor gerekwestreerde, dat een gedetailleerde omschrijving van deze zaken bevat.

3.10.

bepaalt dat de deurwaarder en de en de voornoemde IT-deskundige verplicht zijn geheimhouding te betrachten jegens een ieder met betrekking tot de gang van zaken bij de beslaglegging en met betrekking tot de inhoud van hetgeen in beslag genomen is, behoudens toestemming van gerekwestreerde of nader rechterlijk bevel;

3.11.

bepaalt dat gegevensdragers van eventuele huisgenoten van [verweerder01]

uitdrukkelijk zijn uitgezonderd van de beslaglegging;

3.12.

bepaalt dat dit verlof slechts mag worden gebruikt indien verzoeker en/of vertegenwoordigers van verzoeker niet bij de inbeslagneming tegenwoordig zijn;

3.13.

verbindt aan het verlof de voorwaarde dat de eis in de hoofdzaak wordt ingesteld binnen veertien dagen na de beslaglegging;

3.14.

bepaalt dat de deurwaarder het verlof bij aanvang van de beslaglegging aan de beslagene dient te betekenen;

3.15.

bepaalt dat het beslagene vrij staat de bijstand van een advocaat of andere vertrouwenspersoon in te roepen, maar dat de beslaglegging een aanvang mag nemen ook zonder aanwezigheid van die advocaat of vertrouwenspersoon;
indien beslagene binnen een uur na aanvang van de beslaglegging mededeelt dat een advocaat of vertrouwenspersoon voor hem de beslaglegging bij wil wonen, zal de deurwaarder de beslaglegging niet mogen afsluiten alvorens de advocaat zich een oordeel heeft kunnen vormen over de gang van zaken bij de beslaglegging;
is de komst van een advocaat aangekondigd, maar is deze nog niet aanwezig op het moment dat de deurwaarder zijn werkzaamheden (voor zover deze ter plekke kunnen plaatsvinden) heeft voltooid, dan behoeft niet langer dan een uur op de komst van de advocaat of vertrouwenspersoon te worden gewacht;

3.16.

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;

3.17.

wijst af het meer of anders verzochte.

Deze beschikking is gegeven door mr. De Graaf en in het openbaar uitgesproken op 26 juni 2023.