In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is op 25 januari 2023 een vonnis uitgesproken in een bodemzaak tussen Arvato Finance B.V., handelend onder de naam Afterpay, en een gedaagde die niet is verschenen. De eiseres, vertegenwoordigd door Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders, had een kredietovereenkomst met de gedaagde, maar de gedaagde heeft niet gereageerd op de rechtszaak. De rechtbank heeft in een eerder tussenvonnis van 30 november 2022 geoordeeld dat de handelaar niet volledig heeft voldaan aan zijn (pre)contractuele informatieverplichtingen. Dit leidde tot de vraag of de kredietovereenkomst vernietigd kon worden.
De kantonrechter heeft in het tussenvonnis de eiseres de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over het oordeel om de kredietovereenkomst te vernietigen, maar eiseres heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt. De rechtbank heeft vervolgens de richtlijn sanctiemodel essentiële informatieverplichtingen toegepast, vastgesteld door het LOVCK, en heeft geconcludeerd dat er slechts sprake was van schending van drie essentiële informatieverplichtingen. Dit leidde tot de beslissing om de koopsom met 25% te vernietigen in plaats van 50%, wat resulteert in een te betalen bedrag van € 39,94, inclusief verzendkosten.
Daarnaast is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 272,22. De kantonrechter heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de vordering voor het overige afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.