ECLI:NL:RBZWB:2023:465

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 januari 2023
Publicatiedatum
27 januari 2023
Zaaknummer
9688812_E25012023
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • P. Ponds
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toetsing van de vernietiging van een kredietovereenkomst en de gevolgen voor de koopsom

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is op 25 januari 2023 een vonnis uitgesproken in een bodemzaak tussen Arvato Finance B.V., handelend onder de naam Afterpay, en een gedaagde die niet is verschenen. De eiseres, vertegenwoordigd door Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders, had een kredietovereenkomst met de gedaagde, maar de gedaagde heeft niet gereageerd op de rechtszaak. De rechtbank heeft in een eerder tussenvonnis van 30 november 2022 geoordeeld dat de handelaar niet volledig heeft voldaan aan zijn (pre)contractuele informatieverplichtingen. Dit leidde tot de vraag of de kredietovereenkomst vernietigd kon worden.

De kantonrechter heeft in het tussenvonnis de eiseres de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over het oordeel om de kredietovereenkomst te vernietigen, maar eiseres heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt. De rechtbank heeft vervolgens de richtlijn sanctiemodel essentiële informatieverplichtingen toegepast, vastgesteld door het LOVCK, en heeft geconcludeerd dat er slechts sprake was van schending van drie essentiële informatieverplichtingen. Dit leidde tot de beslissing om de koopsom met 25% te vernietigen in plaats van 50%, wat resulteert in een te betalen bedrag van € 39,94, inclusief verzendkosten.

Daarnaast is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 272,22. De kantonrechter heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de vordering voor het overige afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Middelburg
zaak/rolnr.: 9688812 CV EXPL 22-444
vonnis d.d. 25 januari 2023
inzake
de besloten vennootschap
Arvato Finance B.V., handelend onder de naam Afterpay,
gevestigd en kantoorhoudende te Heerenveen,
eiseres,
gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders te Amersfoort,
tegen
[gedaagde],
wonende in de gemeente [plaats], op een geheim adres,
gedaagde,
niet verschenen.

1.Het verdere verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
- het tussenvonnis van 30 november 2022 met het daarin genoemde processtuk.

2.De verdere beoordeling

2.1
Al hetgeen in het tussenvonnis van 30 november 2022 is overwogen en beslist wordt hier als herhaald en ingelast beschouwd.
2.2
In voornoemd tussenvonnis is eiseres in de gelegenheid gesteld zich uit te laten omtrent het voorshandse oordeel van de kantonrechter om de tussen eiseres en gedaagde tot stand gekomen kredietovereenkomst te vernietigen. Eiseres heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
2.3
In voornoemd tussenvonnis is voorts overwogen dat de handelaar niet volledig heeft voldaan aan de op hem rustende (pre)contractuele informatieverplichtingen en dat een vernietiging van 50% van de koopsom op zijn plaats is. De kantonrechter komt op deze beslissing terug en overweegt daartoe als volgt. Bij de berekening van het percentage van vernietiging van de koopsom is de kantonrechter uitgegaan van de `richtlijn sanctiemodel essentiële informatieverplichtingen` zoals vastgesteld door het LOVCK op 15 december 2021 en gewijzigd op 17 mei 2022. Deze richtlijn is bedoeld om schending van de door de Hoge Raad in haar arrest van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677) bepaalde
essentiëleinformatieverplichtingen op een passende wijze te kunnen sanctioneren. Gebleken is dat in onderhavige zaak slechts sprake is van schending van drie van de essentiële informatieverplichtingen, zodat in plaats van een vernietiging van 50% van de koopsom een vernietiging van 25% van de koopsom op zijn plaats is. Dit betekent dat een bedrag van
€ 39,94 (€ 47,99 x 0,75, vermeerderd met een bedrag van € 3,95 aan verzendkosten) zal worden toegewezen.
2.5
Gedaagde wordt als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van eiseres tot op heden worden begroot op:
explootkosten € 107,22
salaris gemachtigde € 37,00
griffierecht € 128,00
------------
totaal € 272,22

3.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt gedaagde om aan eiseres te betalen een bedrag van € 39,94;
veroordeelt gedaagde in de kosten van dit geding, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 272,22;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ponds, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 25 januari 2023, in tegenwoordigheid van de griffier.