ECLI:NL:RBZWB:2023:4641
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Tilman-Knoester
- Rechtspraak.nl
Eindvonnis in civiele zaak over geldlening met onduidelijke vordering
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is op 28 juni 2023 een eindvonnis uitgesproken na een eerder tussenvonnis van 5 april 2022. De eiser, vertegenwoordigd door een gemachtigde van Juristu Incassodiensten B.V., had een vordering ingediend die aanvankelijk onduidelijk was. De kantonrechter heeft de eiser de gelegenheid gegeven om de gevorderde hoofdsom nader te onderbouwen en zich uit te laten over de opeisbaarheid van de lening en de contractspartijen. In een akte van 3 mei 2023 heeft de eiser nadere uitleg gegeven over de hoofdsom, de opeisbaarheid en de betrokken rekeninghouders. De gedaagde heeft niet gereageerd op deze akte.
De kantonrechter heeft, op basis van de onweersproken stellingen van de eiser, geoordeeld dat de hoofdsom van € 3.324,22 toewijsbaar is. De eiser heeft ook buitengerechtelijke incassokosten gevorderd, maar deze vordering is afgewezen omdat niet is aangetoond dat er een kosteloze aanmaningsbrief is verstuurd. De wettelijke rente over de hoofdsom is toegewezen, evenals de proceskosten aan de zijde van de eiser, die in totaal zijn begroot op € 901,74. De gedaagde is veroordeeld om dit bedrag te betalen, evenals de nakosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.