In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 26 januari 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de beslissing van het UWV behandeld. Eiseres, die sinds 20 september 2013 ziek is, heeft in bezwaar tegen een besluit van het UWV dat haar arbeidsongeschiktheid op 19,18% heeft vastgesteld, en dat haar loonaanvullingsuitkering beëindigd is. De rechtbank beoordeelt of het UWV terecht heeft geconcludeerd dat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt is en dus geen recht meer heeft op de uitkering. De rechtbank komt tot de conclusie dat het medisch onderzoek door het UWV zorgvuldig is uitgevoerd en dat de verzekeringsarts alle relevante medische informatie heeft meegewogen. Eiseres heeft geen overtuigende medische onderbouwing gepresenteerd die de vaststelling van haar arbeidsongeschiktheid zou kunnen weerleggen. De rechtbank oordeelt dat het UWV terecht heeft besloten dat eiseres in staat is om arbeid te verrichten, rekening houdend met de vastgestelde beperkingen. De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond, wat betekent dat zij geen gelijk krijgt en dat de proceskosten niet worden vergoed.