In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 juni 2023, wordt het beroep van eiseres beoordeeld, die stelt dat het UWV niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar tegen de voortzetting van haar WIA-uitkering. Eiseres had op 2 september 2022 bezwaar gemaakt tegen een besluit van 22 augustus 2022, maar het UWV heeft de beslistermijn overschreden. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is en doet uitspraak zonder zitting, zoals toegestaan onder artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank stelt vast dat het UWV de beslistermijn van 13 maart 2023 heeft overschreden en dat eiseres het UWV op 17 maart 2023 in gebreke heeft gesteld. De rechtbank verplicht het UWV om binnen twee weken na deze uitspraak alsnog een besluit te nemen en legt een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet het UWV de proceskosten van eiseres vergoeden, die zijn vastgesteld op € 418,50, en het griffierecht van € 50,-. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.