ECLI:NL:RBZWB:2023:4562
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzoeken om voorlopige voorziening inzake uitschrijving uit de Basisregistratie Personen
Op 29 juni 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaken AWB-23_3010 VV en AWB-23_3011 VV, waarin verzoekers een voorlopige voorziening hebben aangevraagd tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen. De verzoekers zijn uitgeschreven uit Nederland in de Basisregistratie Personen (BRP) omdat het college van mening is dat zij niet meer woonachtig zijn op hun geregistreerde adres, maar in België. De verzoekers hebben op 7 juli 2023 een zitting gehad, maar de voorzieningenrechter heeft besloten de verzoeken niet-ontvankelijk te verklaren zonder de zitting te laten doorgaan.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de verzoekers het griffierecht van € 184,- niet tijdig hebben betaald. Volgens artikel 8:82, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening. De griffier had de verzoekers in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te betalen binnen twee weken na dagtekening van de aangetekende brieven van 1 juni 2023. Aangezien de verzoekers geen verontschuldiging hebben gegeven voor het niet tijdig betalen van het griffierecht en ook geen beroep hebben gedaan op betalingsonmacht, heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat er geen aanleiding is om de verzoeken ontvankelijk te verklaren.
De uitspraak is gedaan door mr. T. Peters, in aanwezigheid van mr. M.A. de Rooij, griffier. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.