ECLI:NL:RBZWB:2023:4546
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de niet-ontvankelijkverklaring van bezwaar tegen toekenning van bedrijfskapitaal in het kader van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo)
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiser tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn bezwaar door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda. Eiser had op 20 mei 2020 een bedrijfskapitaal van € 10.157,- toegekend gekregen in het kader van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). Op 16 augustus 2022 maakte eiser bezwaar tegen de niet-ontvankelijkverklaring van dit bezwaar, dat door het college op 14 september 2022 was afgegeven. De rechtbank heeft het beroep op 16 mei 2023 behandeld, waarbij eiser en een vertegenwoordiger van het college aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk is verklaard omdat het buiten de wettelijke bezwaartermijn is ingediend. De rechtbank legt uit dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift zes weken bedraagt en begint op de dag na de bekendmaking van het besluit. Eiser stelde dat hij het primaire besluit niet had ontvangen, maar de rechtbank concludeert dat het college niet aannemelijk heeft gemaakt dat het besluit op de juiste wijze bekend is gemaakt. Desondanks zijn er contra-indicaties die erop wijzen dat eiser eerder op de hoogte had kunnen zijn van het besluit, waardoor het bezwaar te laat is ingediend.
De rechtbank komt tot de conclusie dat het beroep ongegrond is en bevestigt dat het college het bezwaar van eiser terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Eiser krijgt geen griffierecht terug. De uitspraak is gedaan door mr. drs. E.J. Govaers op 27 juni 2023 en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.