ECLI:NL:RBZWB:2023:4542

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
29 juni 2023
Publicatiedatum
29 juni 2023
Zaaknummer
02-189832-22
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwerven en bezit van kinderporno als gewoonte met strafoplegging

Op 29 juni 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die in de periode van 4 april 2021 tot en met 2 december 2021 kinderporno heeft verworven en in zijn bezit heeft gehad. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 15 juni 2023, waarbij de officier van justitie, mr. I.M. Peters, en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. De verdachte heeft een bekennende verklaring afgelegd en de rechtbank achtte het feit wettig en overtuigend bewezen. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het verwerven, in bezit hebben en zich toegang verschaffen tot een groot aantal kinderpornografische afbeeldingen, waarbij hij van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte geen eerdere strafbare feiten heeft gepleegd en dat hij openheid van zaken heeft gegeven na zijn aanhouding. De officier van justitie vorderde een taakstraf van 240 uur en een gevangenisstraf van 8 weken, waarvan 6 weken voorwaardelijk. De verdediging pleitte voor een voorwaardelijke gevangenisstraf, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank heeft uiteindelijk een taakstraf van 240 uur opgelegd, alsook een gevangenisstraf van 60 dagen, waarvan 59 dagen voorwaardelijk met bijzondere voorwaarden en toezicht van de reclassering. De rechtbank benadrukte de ernst van het feit en de noodzaak om de verdachte te weerhouden van toekomstige strafbare feiten.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
parketnummer: 02/189832-22
vonnis van de meervoudige kamer van 29 juni 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte01] ,
geboren op [geboortedatum01] 2000 te [geboorteplaats01] ,
wonende te [postcode01] [plaats01] , [adres01] ,
raadsman mr. P. Lootsma, advocaat te ’s-Gravenhage.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 15 juni 2023, waarbij de officier van justitie mr. I.M. Peters en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode van 4 april 2021 tot en met 2 december 2021 kinderporno onder meer heeft verworven, in zijn bezit heeft gehad en zich daartoe de toegang heeft verschaft en dat hij daarvan een gewoonte heeft gemaakt.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het aan hem ten laste gelegde feit heeft begaan, in die zin dat het gaat om het verwerven, in bezit hebben en het zich de toegang verschaffen tot kinderporno en dat verdachte daarvan een gewoonte heeft gemaakt.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging refereert zich ten aanzien van de bewezenverklaring van het aan verdachte ten laste gelegde feit aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Het bewijs
Aangezien verdachte ten aanzien van het feit een bekennende verklaring heeft afgelegd en ter zake daarvan geen vrijspraak is bepleit, zal worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering en acht de rechtbank het feit wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de zitting van 15 juni 2023;
- het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal van 31 mei 2022, met als bijlage I een overzicht van aantallen strafbaar materiaal, als bijlage II een collectiescan van aangetroffen kinderpornografisch materiaal en als bijlage III een overzicht van geselecteerde afbeeldingen, pagina 89 tot en met 103 van het eindproces-verbaal.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
in de periode van 4 april 2021 tot en met
2 december 2021 in Nederland,
meermalen,
(telkens) een (groot
)aantal afbeeldingen, te weten foto’s en
video’s/films – en een gegevensdrager bevattende afbeeldingen, te weten een
harde schijf, een GSM en een USB-stick
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar
nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verworven, in bezit gehad en
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking
van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het vaginaal en/of anaal en/of oraal penetreren (met de penis en/of vinger/hand
en/of met een voorwerp) door zichzelf en/of door een persoon
die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, van het lichaam van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar (eveneens) nog niet heeft
bereikt (onder meer afbeeldingen 04, 08, 09, 10, 11 van de toonmap), en
- het betasten van de geslachtsdelen van een persoon die kennelijk de
leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt door zichzelf (onder meer
afbeelding 03 van de toonmap), en
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij deze
persoon gekleed en opgemaakt is en in een omgeving en met
voorwerpen en in (erotisch getinte) houdingen poseert die niet bij
haar/zijn leeftijd past en door het camerastandpunt en de
(onnatuurlijke) pose en de wijze van kleden van deze persoon nadrukkelijk
het (ontblote) geslachtsdeel in beeld gebracht wordt (onder meer afbeeldingen
01, 02, 05, 06, 07 van de toonmap)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Dit levert het in de beslissing genoemde strafbare feit op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een taakstraf voor de duur van 240 uur subsidiair 120 dagen hechtenis. Daarnaast vordert zij aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 8 weken waarvan 6 weken voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden en het toezicht, zoals door de reclassering in haar rapport van 8 juni 2023 geadviseerd.
6.2
Het standpunt van de verdediging
In het kader van de strafmaat stelt de verdediging dat rekening gehouden dient te worden met de behandeling die verdachte nodig heeft. Verdachte is niet zelf op zoek gegaan naar kinderporno en er was geen sprake van een seksueel motief. Het handelen van verdachte is ‘geboren’ uit eenzaamheid en een beperkt psychosociaal functioneren.
Daarnaast wijst zij op de omstandigheid dat verdachte al voordat de politie hem thuis bezocht, besefte dat hij fout zat en kinderporno is gaan verwijderen. Na het bezoek van de politie, heeft hij gesprekken gevoerd met een psycholoog en is hij tegenover zijn ouders en vriendengroepen open geweest over de situatie. Het onderkennen van zijn problematiek en het bespreekbaar maken van de situatie en zijn problematiek hebben een recidivevoorkomend effect. Mocht de rechtbank overgaan tot oplegging van de bijzondere voorwaarden, dan zal verdachte zich daaraan houden. Gelet op het voorgaande en gelet op de toekomst van verdachte, ook ten aanzien van scholing, is oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet passend. De verdediging verzoekt dan ook een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf – die fors kan zijn – op te leggen als stok achter de deur en ter voorkoming van recidive.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
De aard en de ernst van het feit
Verdachte heeft zich in een periode van bijna 8 maanden schuldig gemaakt aan een gewoonte maken van het verschaffen van toegang tot een grote hoeveelheid kinderpornografische afbeeldingen en het verwerven en het in bezit hebben daarvan.
De kinderen op de aangetroffen beelden bestonden hoofdzakelijk uit meisjes in de leeftijd tussen 10 en 16 jaar oud. Verdachte heeft zich daarmee schuldig gemaakt aan een ernstig strafbaar feit. Kinderporno is bijzonder ongewenst, met name omdat bij de vervaardiging ervan kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. Door het bezit van kinderpornografisch materiaal wordt de productie daarvan gestimuleerd en in stand gehouden. Zonder vraag is er immers geen aanbod. De betrokken kinderen lopen vaak psychische schade op die gedurende lange tijd en vaak de rest van hun leven diepe sporen nalaat. Daarnaast is het erg moeilijk om eenmaal online geplaatste films en foto’s van het internet te laten verwijderen, waardoor deze kinderen hier ook op volwassen leeftijd nog mee kunnen worden geconfronteerd.
Verdachte heeft door zijn handelen een bijdrage geleverd aan deze gevolgen en is hier mede verantwoordelijk voor. Dit rekent de rechtbank verdachte aan. Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het noodzakelijk om niet alleen degenen aan te pakken die kinderporno vervaardigen, maar zeker ook degenen die kinderporno verwerven en in bezit hebben.
In het voordeel van verdachte weegt de rechtbank mee dat hij – toen dit uitkwam – zijn verantwoordelijkheid heeft genomen, openheid van zaken heeft gegeven en goed heeft meegewerkt. Daarnaast is hij hulp gaan zoeken.
De persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte
De rechtbank houdt er verder rekening mee dat verdachte een blanco strafblad heeft en dus niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest.
Verder slaat de rechtbank acht op het rapport van de reclassering van 8 juni 2023, waarin zij heeft geconcludeerd dat het recidiverisico als gemiddeld wordt ingeschat. Geadviseerd is bij een veroordeling een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met bijzondere voorwaarden, te weten een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling en het vermijden van kinderporno. Daarnaast heeft zij geadviseerd het reclasseringstoezicht op te leggen. De rechtbank kan zich vinden in de bijzondere voorwaarden die de reclassering adviseert en zal daarmee rekening houden bij de strafoplegging.
Straf
Bij het bepalen van de hoogte van de straf houdt de rechtbank, naast het bovenstaande, rekening met straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd en zoekt zij in beginsel aansluiting bij de LOVS-oriëntatiepunten.
Alles afwegend acht de rechtbank een hoge taakstraf in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden. Dit laatste met name om de ernst van het feit te benadrukken en om de oplegging van de door de reclassering geadviseerde voorwaarden mogelijk te maken.
Vanwege het taakstrafverbod ex artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht moet er ook nog een onvoorwaardelijke gevangenisstraf volgen. De rechtbank zal de onvoorwaardelijke gevangenisstraf echter beperken tot één dag, nu zij een langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf mede gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte niet passend acht.
De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat een taakstraf voor de duur van 240 uren moet worden opgelegd en daarnaast een gevangenisstraf voor de duur van 60 dagen waarvan 59 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Met deze voorwaardelijke straf wordt beoogd verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw (soortgelijke) strafbare feiten te plegen.
De rechtbank ziet, gelet op het rapport van de reclassering en het verhandelde ter zitting, aanleiding om aan deze voorwaardelijke straf de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden en het reclasseringstoezicht te koppelen.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57 en 240b van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
een afbeelding/gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele
gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft
bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben en zich
door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een
communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit
misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 240 (tweehonderdveertig) uren;
- bepaalt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
120 (honderdtwintig) dagen;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 60 (zestig) dagen, waarvan
59 (negenenvijftig) dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 (twee) jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich meldt op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact opnemen voor de eerste afspraak;
* dat verdachte meewerkt aan onderzoek en diagnostiek en zich indien geïndiceerd laat behandelen door een nog nader te bepalen instelling/zorgverlener. Daarbij wordt gedacht aan specialisme op gebied van autisme en/of forensische zorg of een soortgelijke zorgverlener, nader te bepalen door de reclassering.
De behandeling start na intake en positieve indicatie. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
* dat verdachte vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Verdachte onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
- het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
- het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
- het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
Verdachte bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen.
Verdachte werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. Verdachte verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd.
Verdachte verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle.
De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of verdachte kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van verdachte.
De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is;
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
Dit vonnis is gewezen door mr. T. Kemper, voorzitter, mr. J. Bergen en
mr. A.B. Scheltema Beduin, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.A. Huwae, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 29 juni 2023.
Mr. Kemper is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.