Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
subsidiair:in de periode van 5 augustus 2012 tot en met 31 december 2015 met [aangeefster01] , die toen nog geen zestien jaar oud was, meermalen ontuchtige handelingen heeft gepleegd.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zedenzaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 juni 2023 een tussenvonnis uitgesproken. De zaak betreft een verdachte die wordt beschuldigd van ontuchtige handelingen met een minderjarige, gepleegd tussen 5 augustus 2012 en 31 december 2015. Tijdens de zitting op 16 juni 2023 hebben zowel de officier van justitie, mr. M. van Leeuwen, als de verdediging hun standpunten gepresenteerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de zaak niet volledig is onderzocht, met name met betrekking tot de betrouwbaarheid van de verklaringen van de aangeefster. De rechtbank heeft besloten het onderzoek te heropenen en een deskundige aan te stellen om de betrouwbaarheid van de verklaringen van de aangeefster en de inhoud van haar geschreven boekje te onderzoeken. Dit besluit is genomen om recht te doen aan de zaak en om de zorgvuldigheid van de beoordeling te waarborgen. De rechtbank heeft de stukken in handen gesteld van de rechter-commissaris voor de benoeming van een deskundige en zal toezien op een spoedige hervatting van de behandeling van de zaak na ontvangst van het rapport.