Op 29 juni 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplegen van poging tot afpersing. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 15 juni 2023, waarbij de officier van justitie, mr. L. den Braber, en de verdediging hun standpunten kenbaar maakten. De rechtbank oordeelde dat de tenlastelegging, die betrekking had op een incident op 27 januari 2022 te Waalwijk, wettig en overtuigend bewezen was. De verdachte en een medeverdachte hadden geprobeerd een horloge van het slachtoffer, [slachtoffer01], af te persen door hem te bedreigen met een mes. De rechtbank hield rekening met de jeugdige leeftijd van de verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden, waaronder zijn blanco strafblad en de impact van de voorlopige hechtenis op hem.
De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 127 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, en een taakstraf van 240 uur. De vordering van de benadeelde partij, die een schadevergoeding van € 3.371,80 had gevorderd, werd in zijn geheel toegewezen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte hoofdelijk aansprakelijk was voor de schade, die een rechtstreeks gevolg was van het bewezenverklaarde feit. De rechtbank legde ook bijzondere voorwaarden op, waaronder deelname aan een gedragsinterventie en toezicht door de reclassering. De uitspraak benadrukte de ernst van het feit en de gevolgen voor het slachtoffer, die zich niet meer veilig voelde op straat.