Op 29 juni 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het vervoeren en de uitvoer van ruim 2 kilo cocaïne, alsook aan het witwassen van € 40.000,-. De verdachte, geboren in 1989 en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, werd op 7 januari 2023 aangehouden op de A16 te Tilburg. In zijn auto werd een verborgen ruimte aangetroffen met 2011,43 gram cocaïne en het geldbedrag. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich bewust was van de aanmerkelijke kans dat hij verdovende middelen vervoerde, ondanks zijn verklaring dat hij niet wist dat het om cocaïne ging. De rechtbank concludeerde dat er sprake was van voorwaardelijk opzet.
De officier van justitie had een gevangenisstraf van 30 maanden geëist, maar de rechtbank legde uiteindelijk 27 maanden gevangenisstraf op, met aftrek van voorarrest. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder het feit dat hij niet eerder in aanraking was gekomen met politie en justitie. De rechtbank verklaarde het geldbedrag van € 40.000,- verbeurd, aangezien het vermoedelijk afkomstig was uit misdrijf. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten en de impact van de handel in verdovende middelen op de maatschappij.