Op 17 mei 2023 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van verzoekster. Het verzoek was ingediend op 26 april 2023 en betrof de rechter mr. Thielen, die volgens verzoekster niet bereid was zich te legitimeren tijdens de zitting. Verzoekster stelde dat deze weigering duidde op partijdigheid en dat zij niet in de gelegenheid was gesteld om verweer te voeren tegen de vordering die tegen haar was ingesteld. De wrakingskamer heeft echter vastgesteld dat verzoekster wel degelijk de mogelijkheid had om verweer te voeren, maar dat zij deze gelegenheid niet heeft benut.
De wrakingskamer heeft verder overwogen dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor vooringenomenheid. In dit geval was er geen sprake van dergelijke omstandigheden. De wrakingskamer oordeelde dat de weigering van de rechter om zich te legitimeren niet op (de schijn van) partijdigheid duidt.
Daarom heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking kennelijk ongegrond verklaard en bepaald dat de hoofdzaak met zaaknummer 10411444 CV EXPL 23-837 zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van de schorsing door indiening van het wrakingsverzoek. De uitspraak is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de Rechtspraak.