Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- de akte van depot van 29 juni 2022
- de dagvaarding van 11 juli 2022
- de conclusie van antwoord
- de akte van de Staat
- de akte van [gedaagde] .
2.De feiten
- [grondplannummer 1] : een deel van 1.060 m² van het perceel kadastraal bekend [kadastrale gegevens 1] , totaal groot 91.145 m², kadastraal omschreven als “Terrein (akkerbouw)”;
- [grondplannummer 2] : een deel van 579 m² van het perceel kadastraal bekend [kadastrale gegevens 2] totaal groot 13.638 m², kadastraal omschreven als “Bedrijvigheid (industrie) / Terrein (grasland)”;
- [grondplannummer 3] : een deel van 654 m² van het perceel kadastraal bekend [kadastrale gegevens 3] , totaal groot 11.390 m², kadastraal omschreven als “Terrein (akkerbouw)”;
- [grondplannummer 4] : een deel van 494 m² van het perceel kadastraal bekend [kadastrale gegevens 4] , totaal groot 8.340 m², kadastraal omschreven als “Terrein (akkerbouw);
- [grondplannummer 5] : een deel van 332 m² van het perceel kadastraal bekend [kadastrale gegevens 5] , totaal groot 5.030 m², kadastraal omschreven als “Terrein (akkerbouw)”;
- [grondplannummer 6] : een deel van 5.364 m² van het perceel kadastraal bekend [kadastrale gegevens 6] , totaal groot 36.450 m², kadastraal omschreven als “Terrein (akkerbouw)”.
3.Het geschil
4.De beoordeling
De onteigeningswet verplicht de onteigenende partij niet tot schadeloosstelling in de vorm van compensatiegrond of andere oplossingen. Uitgangspunt is dat de onteigeningswet de belanghebbenden een volledige schadeloosstelling in geld waarborgt. De mogelijkheden tot schadeloosstelling in een andere vorm dan in geld zullen langs minnelijke weg en veelal in samenwerking met andere overheden, of met particuliere eigenaren van gronden onderzocht moeten worden. Desondanks kunnen vragen om compensatiegrond of andere oplossingen aan de orde komen in het kader van de toetsing van het gevoerde minnelijk overleg over de verwerving van de over de verwerving van de benodigde gronden. Indien een belanghebbende in het minnelijk overleg immers duidelijk maakt de voorkeur te geven aan vervangende grond of een andere oplossing, moet de verzoeker nagaan of hieraan tegemoet gekomen kan worden. Omdat onteigening een uiterste middel is, is de noodzaak tot onteigening immers ook afhankelijk van de wijze waarop dat minnelijk overleg is en zal verlopen. Hierbij geldt dat de verzoeker gehouden is aan zijn eigen, op de urgentie van de aanleg van het werk, toegesneden planning.”
5.De beslissing
- [grondplannummer 1] : een deel van 1.060 m² van het perceel kadastraal bekend [kadastrale gegevens 1] , totaal groot 91.145 m², kadastraal omschreven als “Terrein (akkerbouw)”;
- [grondplannummer 2] : een deel van 579 m² van het perceel kadastraal bekend [kadastrale gegevens 2] totaal groot 13.638 m², kadastraal omschreven als “Bedrijvigheid (industrie) / Terrein (grasland)”;
- [grondplannummer 3] : een deel van 654 m² van het perceel kadastraal bekend [kadastrale gegevens 3] , totaal groot 11.390 m², kadastraal omschreven als “Terrein (akkerbouw)”;
- [grondplannummer 4] : een deel van 494 m² van het perceel kadastraal bekend [kadastrale gegevens 4] , totaal groot 8.340 m², kadastraal omschreven als “Terrein (akkerbouw);
- [grondplannummer 5] : een deel van 332 m² van het perceel kadastraal bekend [kadastrale gegevens 5] , totaal groot 5.030 m², kadastraal omschreven als “Terrein (akkerbouw)”;
- [grondplannummer 6] : een deel van 5.364 m² van het perceel kadastraal bekend [kadastrale gegevens 6] , totaal groot 36.450 m², kadastraal omschreven als “Terrein (akkerbouw)”,