ECLI:NL:RBZWB:2023:4413

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 juni 2023
Publicatiedatum
26 juni 2023
Zaaknummer
AWB- 23_2402
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep inzake niet tijdig beslissen op bezwaarschrift tegen afwijzende beschikking kinderopvangtoeslag

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 juni 2023, wordt het beroep van eiser beoordeeld. Eiser heeft beroep ingesteld omdat de Belastingdienst/Toeslagen niet tijdig heeft beslist op zijn bezwaarschrift van 28 april 2022, dat betrekking heeft op de afwijzende beschikking van 23 maart 2022, met als onderwerp de eerste toets van € 30.000,-. De rechtbank stelt vast dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiser geen ingebrekestelling heeft verstuurd. Volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de rechtbank in dit geval zonder zitting uitspraak doen.

De rechtbank legt uit dat een betrokkene eerst een ingebrekestelling moet sturen aan het bestuursorgaan voordat hij beroep kan instellen. In dit geval heeft eiser geen ingebrekestelling gestuurd met betrekking tot het bezwaarschrift, maar alleen met betrekking tot een verzoek om herbeoordeling van zijn situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. Hierdoor is het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank merkt op dat, hoewel het beroep niet-ontvankelijk is, de Belastingdienst/Toeslagen alsnog moet beslissen op het bezwaarschrift, indien dit nog niet is gebeurd.

De rechtbank besluit het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak, binnen zes weken na verzending.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/2402

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 juni 2023 in de zaak tussen

[naam eiser] , uit [plaatsnaam] , eiser

(gemachtigde: mr. F.A. van den Berg),
en

Belastingdienst/Toeslagen, verweerder.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiser heeft ingesteld omdat verweerder volgens hem niet op tijd heeft beslist op zijn bezwaarschrift van 28 april 2022 tegen de afwijzende beschikking ‘eerste toets € 30.000,-‘ van 23 maart 2022.
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. Als een bestuursorgaan niet op tijd beslist op een aanvraag of bezwaarschrift, kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Voordat hij beroep kan instellen, moet de betrokkene per brief aan het bestuursorgaan laten weten dat binnen twee weken alsnog beslist moet worden op zijn aanvraag of bezwaar (de zogenoemde ingebrekestelling). Als er na die twee weken nog steeds geen besluit is, dan kan de betrokkene beroep instellen. [1]
Is het beroep ontvankelijk?
3. Als de betrokkene geen ingebrekestelling stuurt, is het beroep niet-ontvankelijk. Dit betekent dat de rechtbank het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet inhoudelijk kan beoordelen. In dit geval heeft eiser geen ingebrekestelling verstuurd. De ingebrekestelling waar eiser naar verwijst ziet namelijk op het niet tijdig beslissen op eisers verzoek (aanvraag) om een herbeoordeling van zijn situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag en niet op het bezwaarschrift tegen de afwijzende beschikking ‘eerste toets € 30.000,-‘.
3.1.
Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet kan beoordelen. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3.2.
Ten overvloede merkt de rechtbank op dat de niet-ontvankelijkverklaring van het beroep tegen het niet tijdig beslissen op het bezwaarschrift, niet wegneemt dat verweerder inmiddels had moeten beslissen op het bezwaarschrift en, voor zover hij dit nog niet heeft gedaan, dit zo spoedig mogelijk alsnog dient te doen.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, rechter, in aanwezigheid van mr. M.R. Jouvenaar, griffier, op 23 juni 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier is verhinderd om de uitspraak te ondertekenen.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Dit staat (onder andere) in artikel 6:12 van de Awb.