ECLI:NL:RBZWB:2023:4413
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep inzake niet tijdig beslissen op bezwaarschrift tegen afwijzende beschikking kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 juni 2023, wordt het beroep van eiser beoordeeld. Eiser heeft beroep ingesteld omdat de Belastingdienst/Toeslagen niet tijdig heeft beslist op zijn bezwaarschrift van 28 april 2022, dat betrekking heeft op de afwijzende beschikking van 23 maart 2022, met als onderwerp de eerste toets van € 30.000,-. De rechtbank stelt vast dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiser geen ingebrekestelling heeft verstuurd. Volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de rechtbank in dit geval zonder zitting uitspraak doen.
De rechtbank legt uit dat een betrokkene eerst een ingebrekestelling moet sturen aan het bestuursorgaan voordat hij beroep kan instellen. In dit geval heeft eiser geen ingebrekestelling gestuurd met betrekking tot het bezwaarschrift, maar alleen met betrekking tot een verzoek om herbeoordeling van zijn situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. Hierdoor is het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank merkt op dat, hoewel het beroep niet-ontvankelijk is, de Belastingdienst/Toeslagen alsnog moet beslissen op het bezwaarschrift, indien dit nog niet is gebeurd.
De rechtbank besluit het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak, binnen zes weken na verzending.