In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, waarin zijn bezwaar tegen een eerdere beslissing niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 21 december 2022, maar zowel eiser als verweerder zijn niet verschenen. Eiser heeft in februari 2021 een klacht ingediend bij het college, waarin hij verzocht om onderzoek naar zijn situatie en om hulp bij het vinden van werk. Hij heeft aangegeven dat hij de afgelopen jaren regelmatig zijn baan heeft verloren en dat hij in een ernstige situatie verkeert. Het college heeft in maart 2021 gereageerd op de klacht, maar heeft aangegeven dat zij niet in staat zijn om een baan voor eiser te creëren, hoewel zij wel ondersteuning kunnen bieden bij het vinden van passend werk.
Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen de reactie van het college, maar het college heeft dit bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, omdat de brief van maart 2021 niet als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht kan worden aangemerkt. De rechtbank heeft geoordeeld dat de brief een reactie op een klacht is en niet gericht is op rechtsgevolg. Hierdoor heeft de rechtbank geconcludeerd dat het college het bezwaar van eiser terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat eiser geen gelijk heeft gekregen en ook geen proceskostenvergoeding ontvangt.