ECLI:NL:RBZWB:2023:4333

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
29 maart 2023
Publicatiedatum
22 juni 2023
Zaaknummer
10223460 CV EXPL 22-2976 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Ponds
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een bedrag van € 500,00 in verband met betalingsachterstand

In deze zaak heeft VGZ ZORGVERZEKERAAR N.V., gevestigd te Arnhem, een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij wegens betalingsachterstand. De eisende partij heeft in de dagvaarding van 20 oktober 2022 gevorderd dat de gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 500,00, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening. De volledige vordering van eiseres op gedaagde was hoger, maar is in deze procedure beperkt tot het gevorderde bedrag van € 500,00.

De gedaagde heeft verweer gevoerd en betwist dat de vordering van eiseres juist is. Echter, de eiseres heeft haar vordering nader toegelicht in de conclusie van repliek en het verweer van gedaagde gemotiveerd weersproken. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de niet weersproken stellingen van eiseres het verweer van gedaagde voldoende weerleggen en dat de vordering geheel kan worden toegewezen.

De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag van € 500,00, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 369,74. De kantonrechter heeft ook bepaald dat, indien de gedaagde niet binnen veertien dagen na aanschrijving door eiseres volledig aan het vonnis voldoet, hij ook de nakosten moet betalen. Dit vonnis is uitgesproken op 29 maart 2023 door mr. Ponds.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Middelburg
Zaaknummer: 10223460 \ CV EXPL 22-2976
Vonnis d.d. 29 maart 2023
inzake
de naamloze vennootschap
VGZ ZORGVERZEKERAAR N.V. BETREFFENDE BEWUZT,
gevestigd te Arnhem,
eisende partij,
gemachtigde: Inkassier Gerechtsdeurwaarders & Incasso
tegen
[gedaagde01],
wonende te [woonplaats01] ,
gedaagde partij,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
a. de dagvaarding van 20 oktober 2022 met producties;
b. het mondeling antwoord met producties;
c. de conclusie van repliek met producties.
1.2
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil en de beoordeling

2.1
Eiseres heeft op de bij dagvaarding omschreven gronden, welke hier als herhaald en ingelast gelden, gevorderd gedaagde te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 500,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening. De volledige vordering van eiseres op gedaagde betreft een hoger bedrag, maar is in deze procedure beperkt tot € 500,00.
2.2
Gedaagde heeft bij mondeling antwoord verweer gevoerd en aangevoerd dat de vordering van eiseres niet kan kloppen.
2.3
Eiseres heeft de vordering bij conclusie van repliek nader toegelicht en daarbij het antwoord van gedaagde op die vordering gemotiveerd weersproken.
2.4
Van de vervolgens geboden gelegenheid hierop nogmaals een reactie te geven heeft gedaagde geen gebruik gemaakt.
2.5
Aangezien de niet weersproken (nadere) stellingen van eiseres het verweer van gedaagde voldoende weerleggen en de vordering geheel kunnen dragen, zal de vordering worden toegewezen. Omdat eiseres van haar totale vordering niet meer dan € 500,00 vordert, is dit bedrag toewijsbaar.
2.6
Eiseres vordert wettelijke rente over het door haar gevorderde bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening. De wettelijke rente zoals gevorderd zal worden toegewezen.
2.7
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van eiseres als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
129,74
- griffierecht
80,00
- salaris gemachtigde
160,00
(2 punten × € 80,00)
totaal
369,74
Indien eiseres gedaagde op een later moment opnieuw in een procedure betrekt, zal rekening worden gehouden met de in dit vonnis toegewezen proceskosten.
2.8
De gevorderde nakosten zullen op de in het dictum weergegeven wijze worden begroot.
2.9
Over de gevorderde BTW over de nakosten overweegt de kantonrechter als volgt. De nakosten kunnen niet met BTW worden belast omdat deze kosten aansluiten bij het gemachtigdensalaris. Het gemachtigdensalaris vormt een bijdrage van de ene partij in de kosten van de andere, die niet met BTW wordt belast. De over de nakosten gevorderde BTW zal dan ook worden afgewezen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt gedaagde om aan eiseres te betalen een bedrag van € 500,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 oktober 2022 tot de dag der algehele voldoening;
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot dit vonnis vastgesteld op € 369,74;
veroordeelt gedaagde onder de voorwaarde dat hij niet binnen veertien dagen na aanschrijving door eiseres volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 40,00 (half salarispunt met een maximum van € 124,50) aan salaris voor de gemachtigde van eiseres met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ponds en uitgesproken op 29 maart 2023.