6.3Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft op 18 januari 2020 ontucht gepleegd met [slachtoffer01] , de twaalfjarige dochter van zijn toenmalige vriendin. [slachtoffer01] moeder vertrouwde haar dochter toe aan de zorg van verdachte, toen ze een avondje uit ging. Verdachte heeft misbruik gemaakt van die situatie en van [slachtoffer01] door haar te betasten aan haar borst.
Daarnaast heeft verdachte in de periode van 1 januari 2020 tot en met 16 april 2020 [slachtoffer01] verleid om seksueel getinte foto’s van haarzelf te maken en naar hem toe te sturen. Dit in ruil voor cadeautjes, zoals computerspelletjes of kleding van personages uit een Japanse serie waarvan zij fan is. [slachtoffer01] en verdachte onderhielden hierover heimelijk contact via Discord. [slachtoffer01] moeder mocht hiervan niet weten.
Verdachte heeft volstrekt ontoelaatbaar gedrag laten zien, waarmee hij inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer en haar vertrouwen heeft geschaad. Verdachte heeft zich niet bekommerd om de gevoelens van [slachtoffer01] en de gevolgen van zijn handelen voor haar ontwikkeling. Verdachte heeft klaarblijkelijk uitsluitend oog gehad voor zijn eigen belangen en gevoelens en de bevrediging van zijn eigen behoeften.
In het dossier en de onderbouwing bij het verzoek tot schadevergoeding komt naar voren dat de feiten een behoorlijke impact op [slachtoffer01] hebben (gehad). Zij heeft door toedoen van verdachte onder meer psychische en emotionele schade opgelopen. Dit kan nog langdurig en diepgaand doorwerken.
Feiten als de onderhavige roepen bovendien in de samenleving gevoelens van verontwaardiging op.
Verdachte heeft zich niet gerealiseerd dat seksueel getinte afbeeldingen een minderjarige, als deze in de verkeerde handen zouden vallen, nog tot in lengte der dagen kan achtervolgen. Het internet vergeet immers niet. Ook dit risico heeft verdachte op de koop toe genomen, ondanks dat dit een minderjarige langdurig kan beschadigen.
Tevens heeft de rechtbank de persoonlijke omstandigheden van verdachte in aanmerking genomen. Zo weegt de rechtbank in zijn voordeel mee dat hij een blanco strafblad heeft.
Daarnaast heeft de rechtbank kennis genomen van het reclasseringsrapport van 2 juni 2023. De reclassering beschrijft daarin dat zij risico’s ziet op het gebied van psychosociaal functioneren en sociaal netwerk. Zij geeft aan dat verdachte niet kan differentiëren in soorten contacten, waardoor hij geen onderscheid maakt tussen contact met volwassenen en contact met kinderen. Het gebruik van alcohol zou ten tijde van het bewezenverklaarde een katalyserend effect gehad kunnen hebben op grensoverschrijdend gedrag. Tevens wordt vermeld dat de houding van verdachte afstandelijk is en dat hij weinig empathie, emotie of mimiek toont, zodat niets hem lijkt te raken of hij onverschillig lijkt te staan tegenover het bewezenverklaarde. Zijn sociale vaardigheden zijn beperkt. De reclassering concludeert dat verdachte vanuit een autismespectrumstoornis (Asperger) zich niet anders kan presenteren.
Zij adviseert een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering en ambulante behandeling bij [zorgverlener01] . De behandeling zou zich moeten richten op psycho-educatie, eenzaamheid, coping, herkennen en aanleren van grenzen en het leren duiden van de aard van verschillende sociale contacten en welk gedrag daarbij passend is.
Voor het bepalen van de straf heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de straffen die in vergelijkbare zedenzaken zijn opgelegd.
Alles afwegend, is de rechtbank van oordeel dat een taakstraf een passende strafrechtelijke sanctie is. Daarnaast ziet de rechtbank op grond van de aard van de feiten in combinatie met zijn persoonlijke omstandigheden aanleiding om een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Ook de rechtbank acht een adequaat begeleidingstraject van essentieel belang om de kans op herhaling in de toekomst te verkleinen. Door het opleggen van een voorwaardelijke gevangenisstraf wordt het mogelijk gemaakt om de door de reclassering genoemde bijzondere voorwaarden ten uitvoer te brengen en een vinger aan de pols te houden. Dat verdachte de afgelopen tijd al nieuwe sociale vaardigheden heeft aangeleerd, juicht de rechtbank toe.
De rechtbank zal verdachte veroordelen tot een taakstraf van 100 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden met de bijzondere voorwaarden die door de reclassering zijn geadviseerd.
Met deze straffen beoogt de rechtbank een balans te vinden tussen de belangen van het slachtoffer, de bescherming van de samenleving en de mogelijkheid van de verdachte om te werken aan zijn gedrag en toekomstige verantwoordelijkheid.