Op 20 juni 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het telen van hennepplanten en het stelen van elektriciteit. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 6 juni 2023, waar de officier van justitie, mr. Y.E.Y. Vermeulen, en de verdediging hun standpunten presenteerden. De verdachte, geboren in 1989 en gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting te Vught, werd bijgestaan door raadsman mr. S. de Korte. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. Er werd een afdoeningsvoorstel gemaakt, waarin procesafspraken werden vastgelegd, en de verdachte verklaarde volledig achter deze afspraken te staan.
De rechtbank achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte op 1 september 2016 te Zevenbergen, samen met anderen, opzettelijk 132 hennepplanten en 4360 hennepstekken had geteeld. De rechtbank oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de strafbaarheid van de verdachte uitsloten. De officier van justitie vorderde een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee dagen, wat in overeenstemming was met de gemaakte procesafspraken. De rechtbank hield rekening met de aard en ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit was begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee dagen, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest had doorgebracht.
De rechtbank sprak de verdachte vrij van het onder 2 tenlastegelegde feit en verklaarde het bewezenverklaarde strafbaar. De beslissing berustte op de artikelen 47 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet. Het vonnis werd uitgesproken ter openbare zitting op 20 juni 2023 door de meervoudige kamer van de rechtbank.