Op 15 juni 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1977, die momenteel verblijft in een Forensisch Psychiatrisch Centrum. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de TBS-maatregel met twee jaar te verlengen, toegewezen. De terbeschikkinggestelde is eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar en TBS met verpleging van overheidswege wegens verschillende strafbare feiten, waaronder overtredingen van het Wetboek van Strafrecht. De TBS-maatregel is op 11 juni 2019 ingegaan en is eerder verlengd op 18 juni 2021.
Tijdens de zitting op 1 juni 2023 zijn zowel de terbeschikkinggestelde als deskundigen gehoord. De kliniek heeft geadviseerd om de TBS-maatregel te verlengen, waarbij de terbeschikkinggestelde wordt gezien als iemand die zich in zijn resocialisatietraject ontwikkelt, maar nog steeds een hoog recidiverisico heeft zonder de TBS-maatregel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de TBS eist, gezien de nog aanwezige ziekelijke stoornissen en het recidivegevaar.
De rechtbank heeft de argumenten van de verdediging, die pleitte voor een kortere verlenging van de TBS, verworpen. De rechtbank oordeelde dat de adviezen van de kliniek en externe gedragsdeskundigen voldoende onderbouwd zijn en dat de terbeschikkinggestelde nog niet klaar is voor een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel. De rechtbank heeft de TBS-maatregel met verpleging van overheidswege met twee jaar verlengd, waarbij de ernst van de indexdelicten en de aard van de stoornissen zijn meegewogen in de beslissing.