ECLI:NL:RBZWB:2023:4247

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 juni 2023
Publicatiedatum
20 juni 2023
Zaaknummer
02-800522-15
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de TBS-maatregel met verpleging van overheidswege

Op 15 juni 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1977, die momenteel verblijft in een Forensisch Psychiatrisch Centrum. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de TBS-maatregel met twee jaar te verlengen, toegewezen. De terbeschikkinggestelde is eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar en TBS met verpleging van overheidswege wegens verschillende strafbare feiten, waaronder overtredingen van het Wetboek van Strafrecht. De TBS-maatregel is op 11 juni 2019 ingegaan en is eerder verlengd op 18 juni 2021.

Tijdens de zitting op 1 juni 2023 zijn zowel de terbeschikkinggestelde als deskundigen gehoord. De kliniek heeft geadviseerd om de TBS-maatregel te verlengen, waarbij de terbeschikkinggestelde wordt gezien als iemand die zich in zijn resocialisatietraject ontwikkelt, maar nog steeds een hoog recidiverisico heeft zonder de TBS-maatregel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de TBS eist, gezien de nog aanwezige ziekelijke stoornissen en het recidivegevaar.

De rechtbank heeft de argumenten van de verdediging, die pleitte voor een kortere verlenging van de TBS, verworpen. De rechtbank oordeelde dat de adviezen van de kliniek en externe gedragsdeskundigen voldoende onderbouwd zijn en dat de terbeschikkinggestelde nog niet klaar is voor een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel. De rechtbank heeft de TBS-maatregel met verpleging van overheidswege met twee jaar verlengd, waarbij de ernst van de indexdelicten en de aard van de stoornissen zijn meegewogen in de beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats:
Parketnummer: 02-800522-15
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 15 juni 2023
[betrokkene01]
geboren op [geboortedatum01] 1977 te [geboorteplaats01] ,
verblijvende in het Forensisch Psychiatrisch Centrum [verblijfplaats01] (hierna: de kliniek).

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie d.d. 2 mei 2023, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna tbs) met 2 jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van 23 februari 2021 tot en met 23 november 2021, 23 november 2021 tot en met 24 mei 2022, 24 mei 2022 tot en met 22 november 2022, en 22 november 2022 tot en met 21 februari 2023;
- het rapport van de kliniek d.d. 7 april 2023, waarin het advies van de inrichting is vermeld;
- een advies d.d. 1 februari 2023 van [psychiater01] ;
- een advies d.d. 22 maart 2023 van [psycholoog01] .

2.De procesgang

Bij beslissing van het gerechtshof Den Bosch van 3 oktober 2017 is de terbeschikkinggestelde, wegens overtreding van de artikelen 139f, 240b, 244, 247 en 248 van het Wetboek van Strafrecht, veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 jaar en tbs met verpleging van overheidswege.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs is op 11 juni 2019 aangevangen. De tbs is bij beslissing van 18 juni 2021 verlengd voor een termijn van twee jaren.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 1 juni 2023 is de officier van justitie gehoord. Tevens is de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.R. Ytsma, advocaat te Amsterdam.
Voorts is de [deskundige01] , [functie01] bij de kliniek, gehoord.

3.Het advies van de tbs-instelling

De kliniek heeft geadviseerd de tbs-maatregel met verpleging van overheidswege te verlengen met twee jaar.
De kliniek heeft daartoe het volgende naar voren gebracht. De heer [betrokkene01] is een thans 45-jarige man met gemiddelde intelligentie, waarbij sprake is van een pedofiele
stoornis van het niet-exclusieve type, een andere gespecificeerde parafiele stoornis, een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met trekken van een vermijdende en afhankelijke persoonlijkheidsstoornis. In de behandeling staan, hoofdzakelijk, seksualiteit en zijn beperkte impulsregulatie centraal. Volgens de kliniek kan worden gesteld dat de terbeschikkinggestelde op de goede weg is in zijn resocialisatietraject. Met het huidige kader en risicomanagement wordt het risico op seksueel delictgedrag bij onbegeleide stappen op laag tot matig ingeschat. Zonder kader van de tbs-maatregel wordt het risico op seksueel delictgedrag ingeschat als hoog. Wel dient te worden benadrukt dat het zwaartepunt van de behandeling zal liggen bij de onbegeleide en nog te starten transmurale fase, omdat hij hier kan laten zien dat het hem lukt om, ondanks toenemende vrijheden en zelfstandigheid, niet terug te vallen in oude patronen van heimelijkheid en seksuele deviantie. Verwacht wordt dat deze fase zeker nog enige tijd in beslag gaat nemen en dat er niet binnen een jaar kan worden toegewerkt naar een voorwaardelijke beëindiging. Dit gegeven, in combinatie met de geconstateerde stoornis en het ingeschatte recidiverisico, maakt dat wordt geadviseerd om de tbs met verpleging met twee jaar te verlengen.
Ter zitting heeft de [deskundige01] daaraan nog het volgende toegevoegd. Er wordt toegewerkt naar transmuraal verlof, hetgeen wordt ondersteund door de laatste risicotaxatie. Naar verwachting zal de aanvraag voor transmuraal verlof niet eerder dan tegen het einde van het jaar ingediend kunnen worden. Op dit moment kan geen inschatting worden gemaakt van de duur van het transmuraal verlof. Als de tbs-maatregel nu zou eindigen, dan is het recidiverisico hoog, maar wel met een lange aanloop. De behandeling is goed doorlopen, de nadruk ligt nu op het meer zelfstandig gaan wonen. Er is een ruime toetsingsperiode nodig, en die kan langer duren. Als met één jaar zou worden verlengd kan maar heel kort worden getoetst hoe het transmuraal verlof verloopt. Verder zal verlenging met één jaar niet de procedure van de aanvraag van het transmuraal verlof versnellen.

4.Het advies van de externe gedragsdeskundige

[psychiater01] heeft in het rapport naar voren gebracht dat hij geen wezenlijke discrepanties ziet tussen zijn eigen diagnostische gegevens en die van de kliniek. Ook zijn risicoprognose komt overeen met de kliniek. De belangrijkste recidive voorkomende factoren zijn de behandeling in een gespecialiseerde forensisch psychiatrische zorgsetting en het intensieve toezicht in het kader van de tbs-maatregel. Verder inzicht ontwikkelen in de kernproblematiek, het stimuleren van zelfreflectie, het aanleren van adequate copingsstrategieën, en het opbouwen van een passende dag- en vrijetijdsbesteding, blijven in de lopende behandeling belangrijke aandachtspunten. Verder zal het zicht krijgen en houden op de (seksuele)belevingswereld gezien de problematiek van betrokkene onverminderd een punt van aandacht blijven. Middels de ingezette verloven is het zaak te toetsen hoe betrokkene omgaat met toegenomen vrijheden en verantwoordelijkheden. Intensief en strikt toezicht blijven daarbij sleutelbegrippen om terugval in heimelijk (seksueel) gedrag te voorkomen. Dit alles kan enkel worden gerealiseerd met continuering van de huidige tbs-maatregel. De psychiater heeft geadviseerd de tbs-maatregel met verpleging van overheidswege met twee jaar te verlengen. Het verantwoord invulling geven aan het resocialisatietraject zal nog de nodige tijd vergen. Verwacht wordt niet dat binnen een jaar er een wezenlijke verandering of verbetering in de problematiek van betrokkene te realiseren zal zijn die kan leiden tot een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel. Langdurig toezicht blijft bovendien geïndiceerd. De inschatting is dat het benodigd langdurig toezicht vooralsnog onvoldoende vormgegeven kan worden binnen het kader van een voorwaardelijke beëindiging, immers de overstap naar een eigen verblijf op het terrein van de kliniek is nog maar zeer recent gerealiseerd en betrokkene dient nog de nodige stappen te maken in het resocialisatieproces.
Ook [psycholoog01] kan zich vinden in de diagnose en de meest recente risicoprognose van de kliniek. Al met al zijn het functioneren van betrokkene en de behandelrelatie voldoende stevig om een resocialiserende beweging in te zetten, aldus de psycholoog. Bij toenemende vrijheidsmarges zal duidelijk worden of betrokkene open, transparant en betrouwbaar blijft. Digitale controles (computer, mobiele telefoon) zijn dan aangewezen en kunnen dan een graadmeter vormen of de seksuele problematiek van betrokkene hem aanzet tot het zoeken naar kinderpornografisch materiaal.
Een resocialisatieroute via transmurale voorziening [zorgverlening01] kan worden onderschreven. Niet verwacht kan worden dat over een jaar de behandeling in die mate gevorderd is dat voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging, of andere afschaling van de
tbs-maatregel, aan de orde kan zijn. De psycholoog heeft daarom geadviseerd om de
tbs-maatregel met verpleging van overheidswege te verlengen met twee jaar.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is, gelet op de adviesrapporten en de toelichting van de deskundige ter zitting, bij de vordering de tbs-maatregel met twee jaar te verlengen gebleven.

6.Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft betoogd dat de in het advies van de kliniek gebruikte risicotaxatie niet meer actueel is en dat sindsdien het risico omlaag is gebracht. De terbeschikkinggestelde zet zich in voor zijn behandeling, is betrouwbaar en werkt goed samen. Dat zijn omstandigheden die voor volgend jaar kunnen leiden tot een mogelijk ander kader, zoals een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. De verdediging heeft er in dat verband op gewezen dat gedragsdeskundigen in de strafzaak in eerste aanleg TBS met voorwaarden hadden geadviseerd en de rechtbank dat toen ook heeft opgelegd. Verzocht wordt daarom om de tbs met verpleging van overheidswege met 1 jaar te verlengen. Als de rechtbank toch de adviezen van de kliniek en de externe gedragsdeskundigen zou volgen, is het verzoek een overweging op te nemen dat er ten behoeve van de volgende verlengingszitting een maatregelenrapport wordt opgemaakt als de risicotaxatie gunstig is.

7.Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank is bevoegd om van de vordering kennis te nemen, omdat zij in eerste aanleg
kennis heeft genomen van het misdrijf ter zake waarvan de tbs is gelast.
De vordering is tijdig, dat wil zeggen niet eerder dan twee maanden en niet later dan één
maand voor het tijdstip waarop de tbs door tijdsverloop zou eindigen, ingediend. De
officier van justitie is ontvankelijk in de vordering.
De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op de adviezen van de kliniek en de externe gedragsdeskundigen wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium. De gediagnosticeerde stoornissen zijn nog aanwezig en bij beëindiging van de tbs-maatregel op dit moment wordt het risico op een nieuw pedoseksueel delict (op termijn) ingeschat als hoog. De kliniek en de externe gedragsdeskundigen hebben geadviseerd de tbs-maatregel met verpleging van overheidswege met twee jaar te verlengen. In het afgelopen jaar heeft de terbeschikkinggestelde verschillende stappen gemaakt in het resocialisatietraject. Sinds de zomer van 2022 heeft hij onbegeleid verlof en sinds eind 2022 is hij verhuisd naar een interne flatvoorziening. Bij toewijzing van de aanvraag van transmuraal verlof is de verwachting dat dit verlof begin volgend jaar geëffectueerd wordt. De kliniek verwacht dat deze transmurale fase zeker nog enige tijd in beslag gaat nemen en dat er niet binnen een jaar kan worden toegewerkt naar een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. De externe gedragsdeskundigen zijn het hiermee eens. Gedurende het transmuraal verlof zal zorgvuldig moeten worden bezien hoe de terbeschikkinggestelde omgaat met meer vrijheid en of het huidige risicomanagement volstaat.
Uitgangspunt is dat wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling van de terbeschikkinggestelde meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging met een termijn van één jaar, de tbs verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden.
De rechtbank ziet in hetgeen door de verdediging naar voren is gebracht geen grond om van de genoemde adviezen af te wijken. Zij zal de tbs-maatregel met verpleging van overheidswege daarom verlengen met twee jaar. Gelet op de ernst van de indexdelicten, de aard van de stoornissen en het recidivegevaar, is de rechtbank van oordeel dat is voldaan aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
In de adviezen ziet de rechtbank geen aanleiding om nu reeds te overwegen dat tegen de volgende verlengingszitting een maatregelenrapport zal worden opgemaakt als de risicotaxatie gunstig is.

8.De beslissing.

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van
[betrokkene01] met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. R.H.M. Pooyé, voorzitter, mr. M.A.E. Dekker en
mr. M. van de Wetering, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier
mr. A.J. Moggré-Hengst en is uitgesproken ter openbare zitting op 15 juni 2023.
mr. Van de Wetering en de griffier zijn niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.