Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving
Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Artikel 8:81, eerste lid:
1. Indien tegen een besluit bij de bestuursrechter beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de bestuursrechter, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, kan de voorzieningenrechter van de bestuursrechter die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
Artikel 2.2, eerste lid, onder g:
1. Voor zover ingevolge een bepaling in een provinciale of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist om:
g. houtopstand te vellen of te doen vellen,
geldt een zodanige bepaling als een verbod om een project voor zover dat geheel of gedeeltelijk uit die activiteiten bestaat, uit te voeren zonder omgevingsvergunning.
Artikel 2.18:
Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2 kan de omgevingsvergunning slechts worden verleend of geweigerd op de gronden die zijn aangegeven in de betrokken verordening.
Artikel 6.1, eerste tot en met derde lid:
1. Een beschikking krachtens deze wet treedt in werking met ingang van de dag na haar bekendmaking.
2. In afwijking van het eerste lid treedt een beschikking in werking met ingang van de dag na afloop van de termijn, bedoeld in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht, voor het indienen van:
a. een bezwaarschrift indien het een omgevingsvergunning betreft met betrekking tot een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, f, g of h, of 2.2, eerste lid, onder b, c of g, of een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning die betrekking hebben op een activiteit als hiervoor bedoeld;
b. een beroepschrift in gevallen waarin zij is voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.
3. Indien in gevallen als bedoeld in het tweede lid, gedurende de daar bedoelde termijn bij de bevoegde rechter een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, treedt de beschikking niet in werking voordat op dat verzoek is beslist.
Algemene plaatselijke verordening gemeente Oisterwijk 2021 (APV)
Artikel 4:10 Definities
In deze afdeling wordt verstaan onder:
e. beschermde houtopstand:
- een houtopstand, binnen de bebouwde kom, die is vastgelegd op de door het college vastgestelde Groene Kaart in de vorm van lijnvormige beplanting (boomstructuren), vlakvormige gebieden met houtopstanden die een functionele eenheid vormen (boomvlak) en solitaire bomen;
f. Groene Kaart:een door het college vastgestelde kaart, die concreet bestaat uit drie deelkaarten (één kaart voor de kern Oisterwijk, één kaart voor de kern Moergestel en één kaart voor de kern Haaren) en een bijbehorend bomenregister. De Groene Kaart bevat een samenhangend geheel van de volgende houtopstanden: (a) boomvlakken binnen de bebouwde kom, (b) boomstructuren binnen de bebouwde kom en (c) waardevolle bomen binnen de bebouwde kom. De Groene Kaart omvat in ieder geval een voor een ieder goed herkenbare omschrijving, de locatie, de eigenaar en/of zakelijk gerechtigde en de reden van registratie van de houtopstanden opgenomen op de Groene Kaart.
Artikel 4:11a Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden
1. Het is zonder vergunning van bevoegd gezag verboden binnen de bebouwde kom een houtopstand die is opgenomen op de door het college vastgestelde Groene Kaart en bomen die in het kader van een herplantplicht zijn geplant te vellen, te doen vellen of te laten vellen.
1. De vergunning voor het vellen, het doen vellen of het laten vellen van een houtopstand die is opgenomen op de door het college vastgestelde Groene Kaart en bomen die in het kader van een herplantplicht in de bebouwde kom zijn geplant mag slechts en moet worden verleend indien alternatieven voor behoud uitputtend zijn onderzocht en een zwaarwegend algemeen maatschappelijk belang, van niet-tijdelijke aard opweegt tegen duurzaam behoud van de houtopstand of naar boomdeskundige maatstaven instandhouding van de houtopstand niet langer verantwoord is ter voorkoming van letsel of schade.