Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding,
- de akte overlegging producties,
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie tevens houdende incidentele
2.De vordering in de hoofdzaak
3.De vordering in het incident
- de onder primair en subsidiair bedoelde stukken binnen 48 uur na betekening van het in incident gewezen vonnis aan de advocaat van LIZ te verstrekken, op straffe van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat GGZ dit nalaat, waarbij een deel van de dag wordt gerekend als een gehele dag, zulks met een maximum van € 25.000,00, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag qua dwangsom en termijn;
- in het geval de rechtbank de primaire of subsidiaire vordering in incident zou afwijzen, verlof voor tussentijds appel te verlenen.
4.Het verweer in het incident
5.De beoordeling in het incident
6.De beslissing
28 juni 2023voor beraad rolrechter omtrent het bepalen van een mondelinge behandeling.