ECLI:NL:RBZWB:2023:4140

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 juni 2023
Publicatiedatum
14 juni 2023
Zaaknummer
10191206 \ CV EXPL 22-4139 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Zander
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechtsgeldigheid van opzegging arbeidsovereenkomst en beëindiging dienstverband

In deze zaak heeft de kantonrechter zich gebogen over de rechtsgeldigheid van de opzegging van een arbeidsovereenkomst door de werkneemster, [eiseres01], die in dienst was bij Zorgbruggen Thuiszorg B.V. De werkneemster had op 15 september 2022 per e-mail haar ontslag ingediend, maar stelde later dat dit geen ondubbelzinnige opzegging was, maar een noodkreet vanwege de hoge werkdruk. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werkneemster meerdere gelegenheden heeft gehad om terug te komen op haar ontslag, maar deze heeft laten liggen. De kantonrechter oordeelde dat de opzegging rechtsgeldig was en dat het dienstverband op 15 september 2022 rechtsgeldig is beëindigd. De vorderingen van de werkneemster om te verklaren dat het dienstverband voortduurt en om doorbetaling van het loon werden afgewezen. De werkneemster werd bovendien veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde partij, Zorgbruggen Thuiszorg B.V.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 10191206 \ CV EXPL 22-4139
Vonnis van 14 juni 2023
in de zaak van
[eiseres01]
wonende te [plaats01]
eisende partij
hierna te noemen: [eiseres01]
gemachtigde: mr. A.J.M. van der Borst
tegen
Zorgbruggen Thuiszorg B.V.
kantoorhoudende te Tilburg
gedaagde partij
hierna te noemen: Zorgbruggen
gemachtigde: [gemachtigde01]

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 4 januari 2023
- de mondelinge behandeling op 13 april 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt en waarbij door de gemachtigde van [eiseres01] spreekaantekeningen werden overgelegd.

2.De feiten

2.1
Bij de beoordeling van het geschil gaat de kantonrechter uit van het volgende:
a. Vanaf 22 juli 2019 is [eiseres01] op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst geweest van de firma [bedrijf01] te [plaats01] .
De eigenaresse van [bedrijf01] is op 7 juni 2022 overleden.
[eiseres01] en Zorgbruggen zijn met ingang van [datum01] 2022 een arbeidsovereenkomst voor de duur van 7 maanden aangegaan.
De functie van [eiseres01] volgens die arbeidsovereenkomst was ‘Teamregisseur (i.o.)’.
Aanvankelijk bedroeg de arbeidsduur 28 uren per week. Met ingang van 1 juli 2022 werd een werkweek van 36 uren overeengekomen.
In de ochtend van donderdag 15 september 2022 heeft [eiseres01] zich bij Zorgbruggen ziek gemeld.
Ook op 15 september 2022 schreef [eiseres01] in een e-mail aan directeur [naam01] van Zorgbruggen het volgende:

Ik heb vanochtend telefonisch contact met jou gehad over hoe ik me op moment voel de druk is veel te hoog werk, thuis ,afspraken ik kan het niet meer aan daarom wil ik mijn ontslag indienen ik voel aan mezelf dat ik eronder door ga, en dat mag niet gebeuren ik vond het fijn om bij jullie te werken , maar sommige afspraken die in juli zijn toegezegd daar is tot op heden nog niks mee gebeurd , en ik ben echt wel iemand van de afspraken daarom heb ik daar een probleem mee dat afspraken niet worden nagekomen en ik begrijp zeker dat alles tijd nodig heeft om het te doen. Maar sommige dingen die maanden verkeerd zijn en niet worden opgelost na zo veel keren aangegeven te hebben. Ik kan dit niet meer aan te veel druk voor mij lichamelijk en geestelijk. Ik wil jou hartelijk bedanken voor wat je voor mij hebt gedaan en mij een tijdelijk contract heb aangeboden en voor de fijne samenwerking. Graag hoor ik nog van jou . hoe we dit netjes en correct gaan afhandelen.
Bij brief van 19 september 2022 schreef de medewerkster personeelszaken aan [eiseres01] :

Hierbij bevestigen wij jouw schriftelijke opzegging van 15 september 2022. Telefonisch heeft u ook aangegeven dit per direct in te willen laten gaan en wij hebben dit geaccepteerd. (…)
Alle bedrijfsmiddelen dienen binnen een week (…) ingeleverd te worden bij de afdeling HR. (…)
i. Diezelfde dag reageerde [eiseres01] in een e-mail als volgt:

Jij geeft in de beëindiging aan dat ik telefonisch heb bevestigd per direct dit is niet het geval ik ben afgelopen vrijdag gebeld door [naam01] met een voorstel dat ik 3 dagen 24 uur naar Tilburg kan gaan om daar in de wijk te gaan werken , maar heb hem ook gezegd dat ik volgens mij niet duidelijk genoeg was door de grote werkdruk was ik geneigd om ontslag te nemen en dit was de laatste kans die ik kreeg en daar over moest nadenken en vandaag daarop moest terug komen. Maar hij belde mij zelf vanmiddag wat ik had beslist en hij vertelde mij dat hij met jou ging overleggen wat jullie gingen doen. Maar het is duidelijk nu voor mij en wil ook een afspraak maken om jullie spullen terug te geven ik hoor wel van jou wanneer je tijd hebt.
Nadat op verzoek van [eiseres01] het moment waarop de eigendommen van Zorgbruggen konden worden teruggegeven was gewijzigd en Zorgbruggen met tegenzin instemde met tweede verzoek tot wijziging van [eiseres01] , schreef [eiseres01] op 22 september 2022 :

Laat de afspraak maar morgen doorgaan want ik wil het ook afhandelen (…).
[eiseres01] is ziek uit dienst gemeld en heeft vanaf 19 september 2022 recht op een uitkering op grond van de Ziektewet.

3.Het geschil

3.1
[eiseres01] vordert om bij vonnis, waar mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht te verklaren dat zij niet rechtsgeldig heeft opgezegd per 15 september 2022 en dat het dienstverband tussen partijen sedertdien onverminderd voortduurt en dat zij voor onbepaalde tijd in dienst is van Zorgbruggen;
II. Zorgbruggen te veroordelen aan haar, [eiseres01] , sedert 15 september 2022 het overeengekomen loon c.a. onverminderd te voldoen zolang het dienstverband tussen partijen rechtens voortduurt, zulks te vermeerderen met wettelijke rente en wettelijke verhoging;
III. Zorgbruggen te veroordelen in de kosten van het geding.
3.2
Zorgbruggen voert verweer. Zij concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiseres01] , dan
wel afwijzing van de vorderingen van [eiseres01] , onder veroordeling van [eiseres01] in de kosten van het geding.
3.3
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, ingegaan.

4.De beoordeling

4.1
Aan haar vorderingen legt [eiseres01] het volgende ten grondslag.
Op 22 juli 2019 is zij in dienst getreden bij [bedrijf01] . Sinds het najaar van 2021 waren Zorgbruggen en [bedrijf01] met elkaar in overleg over ondersteuning van [bedrijf01] en al voor het overlijden van de eigenaresse van [bedrijf01] bemoeide Zorgbruggen zich reeds intensief met die onderneming en had zij feitelijk de leiding. Na het overlijden werd de onderneming voortgezet onder verantwoordelijkheid van Zorgbruggen. Er was sprake van een overgang van de onderneming als bedoeld in artikel 7:663 BW. Omdat zij op 22 juli 2019 bij [bedrijf01] in dienst is getreden en haar jaarcontract telkens stilzwijgend is verlengd werd per 21 juli 2022 voldaan aan de ketenregeling van artikel 7:668a lid 1, onder a en lid 2 BW en is sprake van een dienstverband voor onbepaalde tijd. Toen zij de tijdelijke arbeids-overeenkomst met Zorgbruggen tekende was zij hiermee niet bekend.
Op 15 september 2022 heeft zij zich ziek gemeld. Zij heeft toen ook per e-mail aan Zorgbruggen meegedeeld ontslag te willen nemen omdat zij haar werk niet meer aankon. Echter, in haar e-mail kan geen ondubbelzinnige opzegging van het dienstverband worden gelezen. Het was een noodkreet waarmee zij aandacht vroeg voor de druk die zij op dat moment in haar werk voelde en niet meer aankon. Bij brief van 19 september 2022 bevestigde Zorgbruggen het ontslag. Een werkgever dient de werknemer te wijzen op de consequenties van het zelf nemen van ontslag. Zorgbruggen had aan haar bedenktijd moeten geven zodat zij beter in staat was om haar wil goed te bepalen. Dat is niet gebeurd. Zij, [eiseres01] , heeft recht en belang bij de gevorderde verklaring van recht.
4.2
De eerste vraag die [eiseres01] ter beoordeling voorlegt is die of sprake is geweest van een rechtsgeldige opzegging van de arbeidsovereenkomst door haar. Naar het oordeel van de kantonrechter is dat wel het geval. Ter toelichting op dit oordeel wordt het volgende overwogen.
4.3
[eiseres01] kan worden gevolgd wanneer zij bedoelt te stellen dat Zorgbruggen niet te snel mocht aannemen dat het indienen van haar ontslag, zoals [eiseres01] het in haar e-mail van
15 september 2022 heeft verwoord, was gericht op de opzegging van de arbeidsovereen-komst en dat Zorgbruggen had moeten onderzoeken of zij daadwerkelijk streefde naar een beëindiging van de arbeidsovereenkomst, alsook had moeten nagaan of zij op dat moment de gevolgen daarvan kon overzien. Evenwel volgt uit de stellingen van Zorgbruggen dat reeds voordat [eiseres01] ontslag nam, zij daarop al had gezinspeeld en dat er ook nadien omstandigheden waren op grond waarvan Zorgbruggen er niet aan hoefde te twijfelen dat [eiseres01] daadwerkelijk een einde van het dienstverband wilde.
Dat Zorgbruggen al voor 15 september 2022 van [eiseres01] een signaal ontving dat duidde op een mogelijk aanstaande opzegging van de arbeidsovereenkomst blijkt uit haar kenbaar gemaakte ontevredenheid over de hoogte van het loon. Op enig moment heeft Zorgbruggen op het verzoek van [eiseres01] de inhouding van loonheffing gestaakt. Volgens Zorgbruggen schreef [eiseres01] nadien via WhatsApp aan [naam01] : “
(…) ik wil straks als ik terug ben echt een duidelijk gesprek over mijn verdiensten anders ben ik bang dat ik toch verder moet gaan zoeken naar iets anders (…)”. [eiseres01] weerspreekt niet dat zij dat aan [naam01] heeft geschreven en dat zij niet tevreden was met het door haar ontvangen loon.
Ook na de bewuste e-mail van 15 september 2022 heeft Zorgbruggen nog geprobeerd om [eiseres01] voor Zorgbruggen te behouden. De dag na de ontslagname en de schriftelijke bevestiging daarvan heeft Zorgbruggen aan [eiseres01] aangeboden om voortaan 3 x 8 uur in Tilburg te werken. [eiseres01] heeft dit aanbod niet aanvaard, zoals blijkt uit haar e-mail van
19 september 2022 waarin zij bovendien kenbaar maakte dat zij haar beslissing had genomen (“
het is duidelijk voor mij”) en de bedrijfseigendommen wilde inleveren. Enkele dagen nadien, op 22 september 2022, schreef zij dat zij die teruggave wilde afhandelen.
Indien de ontslagname in de e-mail van 15 september 2022 geen werkelijk bedoelde opzegging van de arbeidsovereenkomst betrof maar een noodkreet zoals [eiseres01] stelt, dan heeft zij nadien verschillende gelegenheden waarbij zij op die ontslagname c.q. noodkreet kon terugkomen, onbenut voorbij laten gaan. In een tijdsbestek van ruim een week tussen
15 tot en met 22 september 2022 heeft [eiseres01] de tijd gehad om op haar beslissing terug te komen, zijn er verschillende momenten geweest waarop partijen contact met elkaar hebben gehad en heeft [eiseres01] , na uit haar e-mails blijkend beraad, de bedrijfseigendommen teruggegeven. Daarentegen behoefde Zorgbruggen na het afslaan van haar aanbod om de werkzaamheden anders in te vullen zich er niet nog eens nadrukkelijk van te vergewissen dat [eiseres01] daadwerkelijke de wens had om het dienstverband te beëindigen. Overigens, indien [eiseres01] , zoals zij ter zitting aanvoerde, werkelijk heeft gedacht dat het aanbod van Zorgbruggen om 3 x 8 uren per week in Tilburg te werken bedoeld was om dit naast haar bestaande 36-urige werkweek te doen en zij dat aanbod om die reden niet heeft aanvaard, dan komt dat voor haar rekening en risico aangezien een dergelijk aanbod in de omstandigheden van het geval volstrekt onlogisch zou zijn. Niet gesteld of gebleken is bovendien dat [eiseres01] bij Zorgbruggen nog heeft geïnformeerd naar de voorwaarden van dat aanbod.
4.4
Op grond van het bovenstaande is de conclusie dat het dienstverband rechtsgeldig is beëindigd en [eiseres01] niet langer bij Zorgbruggen in dienst is. Haar vorderingen zullen dan ook worden afgewezen.
4.5
Gezien bovenstaand oordeel wordt niet toegekomen aan de beoordeling van de vragen of sprake is geweest van een overgang van de onderneming en/of een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan.
4.6
Als de in het ongelijk gestelde partij zal [eiseres01] worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Zorgbruggen vastgesteld op € 792,00 voor het salaris van haar gemachtigde (2 punten a € 396,00 per punt).

5.De beslissing

De kantonrechter
wijst de vorderingen van [eiseres01] af;
veroordeelt [eiseres01] in de proceskosten, aan de zijde van Zorgbruggen tot dit vonnis vastgesteld op € 792,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. Zander en is in het openbaar uitgesproken op 14 juni 2023.