Op 19 juni 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda uitspraak gedaan in een ontnemingszaak tegen een betrokkene die eerder was veroordeeld voor het medeplegen van de verlengde invoer van cocaïne en witwassen. De rechtbank heeft de ontnemingsvordering van de officieren van justitie gedeeltelijk toegewezen tot een bedrag van € 10.000,-. De procedure rondom de ontnemingsvordering vond plaats op verschillende zittingsdagen in maart 2023, waarbij de officieren van justitie, mr. M. van Leeuwen en mr. I.M. Peters, en de verdediging hun standpunten hebben gepresenteerd. De verdediging betwistte dat de betrokkene daadwerkelijk geld had ontvangen, maar de rechtbank oordeelde dat het aannemelijk was dat de betrokkene een bedrag van € 10.000,- had ontvangen voor zijn bijdrage aan de strafbare feiten. De rechtbank baseerde haar oordeel op het vonnis in de hoofdzaak en de bijbehorende bewijsmiddelen. De rechtbank heeft het ontnemingsbedrag vastgesteld op € 10.000,- en de vordering van de officieren van justitie voor het overige afgewezen. De beslissing is gebaseerd op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank legde de betrokkene de verplichting op tot betaling aan de staat van het vastgestelde bedrag en bepaalde de duur van de gijzeling bij niet-betaling op 400 dagen.