ECLI:NL:RBZWB:2023:4108

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 juni 2023
Publicatiedatum
14 juni 2023
Zaaknummer
02-039032-22
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor grootschalige oplichting via Marktplaats

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 juni 2023 uitspraak gedaan tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan grootschalige oplichting via de website Marktplaats.nl. De verdachte heeft in de periode van 1 oktober 2017 tot en met 13 april 2021 vijftig personen opgelicht door goederen aan te bieden die hij na betaling niet heeft geleverd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gebruik maakte van valse namen en meerdere accounts om zijn oplichtingspraktijken te verbergen. De officier van justitie heeft de verdachte een taakstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden geëist. De rechtbank heeft deze strafeisen overgenomen, waarbij rekening is gehouden met het blanco strafblad van de verdachte en zijn bereidheid om slachtoffers terug te betalen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast is de verdachte verplicht om schadevergoeding te betalen aan de benadeelde partijen, die door zijn handelen financieel benadeeld zijn. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen gedeeltelijk toegewezen en de schadevergoedingsmaatregel opgelegd, waarbij het CJIB de inning van de schadevergoedingen zal verzorgen. De uitspraak benadrukt de ernst van oplichting en de gevolgen daarvan voor de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02-039032-22
vonnis van de meervoudige kamer van 14 juni 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte01]
geboren op [geboortedatum01] 1995 te [geboorteplaats01]
wonende te [postcode01] [plaats01] , [adres01] .

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 31 mei 2023. Tegen verdachte is verstek verleend. De officier van justitie, mr. C.M.J.M. van Buul, heeft haar standpunt kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode 1 oktober 2017 tot en met 13 april 2021 vijftig personen via de website Marktplaats.nl heeft opgelicht.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte hetgeen hem is tenlastegelegd heeft begaan en baseert zich daarbij op vijftig aangiften en de bekennende verklaring van verdachte.
4.2
De bewijsmiddelen
Indien hoger beroep wordt ingesteld zullen de bewijsmiddelen worden uitgewerkt en opgenomen in een bijlage die aan het vonnis zal worden gehecht.
4.3
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
in de periode 1 oktober 2017 tot en met 13 april 2021 te Breda en/of andere plaatsen in Nederland, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid, vijftig personen heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen, waaronder de navolgende personen voor de navolgende geldbedragen:
1: [benadeelde01] tot afgifte van 45 euro en
2: [benadeelde02] tot afgifte van 90 euro en
3: [benadeelde03] tot afgifte van 25 euro en
4: [benadeelde04] tot afgifte van 34 euro en
5: [benadeelde05] tot afgifte van 27,75 euro en
6: [benadeelde06] tot afgifte van 35 euro en
7: [benadeelde07] tot afgifte van 32,70 euro en
8: [benadeelde08] tot afgifte van 37,95 euro en
9: [benadeelde09] tot afgifte van 38 euro en
10: [benadeelde10] tot afgifte van 35 euro en
door:
- gebruik te maken van verschillende, gedeeltelijk valse, namen, waaronder [voornaam01] en [voornaam02] en [voornaam03] en [voornaam04] en [voornaam05] en [voornaam06] en [voornaam07] en
- vervolgens met gebruikmaking van deze namen op het internet, te weten op de website www.marktplaats.nl advertenties te plaatsen, waarin goederen, waaronder Nintendo Switch games en/of PS4 games, te koop werden aangeboden en
- daarbij toe te zeggen dat deze goederen na ontvangst van betaling zouden worden
toegezonden of geleverd en
- daarbij bankrekeningen, waaronder [iban_nummer01] en [iban_nummer02] en [iban_nummer03] en [iban_nummer04] en [iban_nummer05] en [iban_nummer06] en [iban_nummer07] door te geven, waarop de te betalen aankoopbedragen (inclusief verzendkosten) konden worden overgeboekt en gestort (via een Tikkie) en over welke rekeningen hij, verdachte, de beschikking had en
- de indruk of het vertrouwen te wekken bij voornoemde personen dat hij, verdachte, de te koop aangeboden goederen na betaling daadwerkelijk zou toezenden, maar vervolgens deze goederen na betaling telkens niet te leveren/toe te zenden.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Dit levert het in de beslissing genoemde strafbare feit op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen 240 uren taakstraf en 2 maanden gevangenisstraf, voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
6.2
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan grootschalige Markplaatsoplichting door op Marktplaats computerspellen aan te bieden en deze spellen na ontvangst van de afgesproken betaling niet te leveren. Het ging daarbij steeds om relatief kleine bedragen, maar gedurende de tenlastegelegde periode van drieëneenhalf jaar heeft hij vijftig slachtoffers gemaakt die hij op gewiekste wijze om de tuin leidde. Verdachte heeft gedurende de bewezenverklaarde periode gebruik gemaakt van zo’n 20 tot 30 accounts. Hij moest deze telkens opnieuw aanmaken, omdat Markplaats een account blokkeerde wanneer er melding werd gemaakt van oplichtingspraktijken. Op deze wijze heeft verdachte zeer lange tijd kunnen doorgaan.
In zijn verklaring bij de politie heeft verdachte bekend dat hij zich zelfs sinds 2015 schuldig maakt aan Marktplaatsoplichting om zo te kunnen voorzien in zijn gokverslaving. Door op deze wijze te handelen heeft verdachte de slachtoffers financieel benadeeld en schade toegebracht aan het vertrouwen dat in het economisch verkeer moet kunnen worden gesteld in de wijze waarop (via het internet) goederen worden gekocht en verkocht.
Bij de strafbepaling neemt de rechtbank tot uitgangspunt de straffen die in soortgelijke zaken doorgaans worden opgelegd.
In voor verdachte positieve zin houdt de rechtbank rekening met de omstandigheid dat verdachte een blanco strafblad heeft. Daarnaast houdt de rechtbank, eveneens in het voordeel van verdachte, rekening met het feit dat verdachte bij de politie volledige openheid van zaken heeft gegeven en deze verklaring ook authentiek overkomt. Verdachte heeft toen ook aangegeven dat hij bereid is zijn slachtoffers terug te betalen.
Gelet op het voorgaande vindt de rechtbank de straf zoals gevorderd door de officier van justitie passend. Zij zal verdachte daarom een taakstraf opleggen van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden met een proeftijd van 2 jaar. De voorwaardelijke gevangenisstraf is bedoeld om verdachte te stimuleren om geen nieuwe strafbare feiten te plegen en daarnaast om de ernst van de feiten te benadrukken.

7.De benadeelde partijen

7.1
Volledige toewijzing vordering
De navolgende benadeelde partijen vorderen schadevergoeding:
  • [benadeelde11] voor een bedrag van € 22,95;
  • [benadeelde12] voor een bedrag van € 88,00;
  • [benadeelde13] voor een bedrag van € 25,00;
  • [benadeelde14] voor een bedrag van € 37,95;
  • [benadeelde15] voor een bedrag van € 37,99;
  • [benadeelde16] voor een bedrag van € 30,00;
  • [benadeelde17] voor een bedrag van € 38,00;
  • [benadeelde08] voor een bedrag van 37,95;
  • [benadeelde18] voor een bedrag van € 38,00;
  • [benadeelde19] voor een bedrag van € 34,99 en
  • [benadeelde20] voor een bedrag van € 40,00.
De rechtbank heeft hiervoor overwogen dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte dit feit heeft gepleegd. Dit betekent ook dat verdachte onrechtmatig heeft gehandeld tegenover de benadeelde partijen en dat hij verplicht is de schade van de benadeelde partijen te vergoeden. De door deze benadeelden gevorderde schadevergoedingen acht de rechtbank toewijsbaar ter zake van materiële schade. Deze schade staat ook telkens in een voldoende verband met het bewezenverklaarde handelen van verdachte, zodat ook sprake is van schade die een rechtstreeks gevolg is van het bewezenverklaarde feit. Tevens zal de gevorderde wettelijke rente worden toegewezen vanaf het moment dat de schade is ontstaan.
7.2
Gedeeltelijke toewijzing en gedeeltelijke afwijzing vordering
De navolgende benadeelde partijen vorderen schadevergoeding:
  • [benadeelde21] voor een bedrag van € 60,00 en
  • [benadeelde22] voor een bedrag van € 45,00.
De rechtbank heeft hiervoor overwogen dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte dit feit heeft gepleegd. Dit betekent ook dat verdachte onrechtmatig heeft gehandeld tegenover de benadeelde partijen en dat hij verplicht is de schade van de benadeelde partijen te vergoeden.
De door de [benadeelde21] gevorderde schadevergoeding acht de rechtbank toewijsbaar tot een bedrag van € 30,00 omdat uit de aangifte en het bijgevoegde bankafschrift blijkt dat dat het bedrag is dat is betaald.
De door de [benadeelde22] gevorderde schadevergoeding acht de rechtbank toewijsbaar tot een bedrag van € 32,95 omdat uit de aangifte en het bijgevoegde afschrift van de Tikkie-betaling blijkt dat dat het bedrag is dat is betaald.
De schade staat ook in een voldoende verband met het bewezenverklaarde handelen van verdachte, zodat ook sprake is van schade die een rechtstreeks gevolg is van het bewezenverklaarde feit. Tevens zal de gevorderde wettelijke rente worden toegewezen vanaf het moment dat de schade is ontstaan.
De rechtbank zal de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde21] en [benadeelde22] voor het overige afwijzen.
De navolgende benadeelde partijen vorderen schadevergoeding:
  • [benadeelde23] voor een bedrag van € 148,90, waarvan € 100,00 immateriële schade;
  • [benadeelde09] voor een bedrag van € 70,00, waarvan € 35,00 immateriële schade;
  • [benadeelde24] voor een bedrag van € 57,95, waarvan € 25,00 euro immateriële schade.
De rechtbank heeft hiervoor overwogen dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte dit feit heeft gepleegd. Dit betekent ook dat verdachte onrechtmatig heeft gehandeld tegenover de benadeelde partijen en dat hij verplicht is de schade van de benadeelde partijen te vergoeden.
De rechtbank acht de gevorderde materiële schade toewijsbaar. Deze schade staat ook in een voldoende verband met het bewezenverklaarde handelen van verdachte, zodat ook sprake is van schade die een rechtstreeks gevolg is van het bewezenverklaarde feit. De gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf het moment dat de schade is ontstaan.
De door de benadeelden gevorderde vergoeding van immateriële schade acht de rechtbank niet toewijsbaar gelet op de onderbouwing daarvan. Deze schade staat in een onvoldoende verband met het bewezenverklaarde handelen van verdachte, zodat geen sprake is van schade die rechtstreeks is toegebracht door het bewezenverklaarde feit. De rechtbank zal daarom de vorderingen voor zover deze zien op immateriële schade afwijzen.
7.3
Gedeeltelijke toewijzing en gedeeltelijk niet-ontvankelijke vordering
De [benadeelde25] vordert een schadevergoeding van € 27.229,82, waarvan
€ 12.229,82 materiële schade en € 15.000,00 immateriële schade.
De rechtbank heeft hiervoor overwogen dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte dit feit heeft gepleegd. Dit betekent ook dat verdachte onrechtmatig heeft gehandeld tegenover de benadeelde partij en dat hij verplicht is de schade van de benadeelde partij te vergoeden.
De rechtbank zal de gevorderde materiële schade toewijzen tot een bedrag van € 29,50, zijnde het bedrag dat de benadeelde partij heeft overgemaakt. Deze schade staat ook in een voldoende verband met het bewezenverklaarde handelen van verdachte, zodat ook sprake is van schade die een rechtstreeks gevolg is van het bewezenverklaarde feit. Verdachte heeft deze schade ook niet betwist. De gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf het moment dat de schade is ontstaan.
De rechtbank is van oordeel dat de behandeling van het overige gedeelte van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert, nu niet zonder meer vaststaat dat de gevorderde schade een rechtstreeks gevolg is van het handelen van verdachte. Om dit vast te kunnen stellen, is nader onderzoek noodzakelijk. De benadeelde partij zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in het overige gedeelte van de vordering. De vordering kan bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
7.4
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen tot betaling van de toegekende schadebedragen. Dit betekent dat het CJIB de inning zal verzorgen en dat bij niet betaling gijzeling kan worden toegepast als dwangmiddel.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36f , 57, 60a en 326 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.3 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
oplichting, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 240 uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
4 maanden;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar;
- bepaalt dat deze straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
Benadeelde partijen
- veroordeelt verdachte tot
betaling aan de benadeelde partijenzoals in onderstaande tabel aangegeven in kolom A van de in kolom B genoemde bedragen aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf de in kolom C genoemde datum tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partijen tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
Schadevergoedingsmaatregel
- legt aan verdachte de
verplichting op aan de Staat, ten behoeve van de slachtoffers, genoemd in kolom A, te betalende bedragen zoals vermeld in kolom B, te vermeerderen met de wettelijke rente, vanaf de in kolom C genoemde datum tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van de in kolom D vermelde dagen, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Kolom A
Benadeelde partij
Kolom B
Toegewezen materiële schade
Kolom C
Wettelijke rente te berekenen vanaf
Kolom D
Aantal dagen gijzeling
[benadeelde11]
€ 22,95
28 september 2019
1
[benadeelde12]
€ 88,00
7 april 2020
2
[benadeelde21]
€ 30,00
4 februari 2020
1
[benadeelde13]
€ 25,00
28 september 2019
1
[benadeelde14]
€ 37,95
12 december 2020
1
[benadeelde15]
€ 37,99
3 september 2020
1
[benadeelde22]
€ 32,95
21 september 2020
1
[benadeelde16]
€ 30,00
14 oktober 2020
1
[benadeelde17]
€ 38,00
13 januari 2020
1
[benadeelde23]
€ 48,90
12 januari 2020
1
[benadeelde08]
€ 37,95
6 september 2020
1
[benadeelde25]
€ 29,50
14 december 2020
1
[benadeelde09]
€ 35,00
13 april 2021
1
[benadeelde18]
€ 38,00
23 augustus 2020
1
[benadeelde19]
€ 34,99
14 januari 2021
1
[benadeelde24]
€ 32,95
15 september 2020
1
[benadeelde20]
€ 40,00
11 april 2021
1
-
wijst de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde21] , [benadeelde22] , [benadeelde23] , [benadeelde09] en [benadeelde24] voor het overige af;
- verklaart
de benadeelde partij [benadeelde25] voor het overige niet-ontvankelijkin de vordering en bepaalt dat de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.H. de Brouwer, voorzitter, mr. E.B. Prenger en mr. S.H. van Nieuwkerk, rechters, in tegenwoordigheid van F.W.P.M. van den Goorbergh, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 14 juni 2023.