ECLI:NL:RBZWB:2023:4069

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
31 mei 2023
Publicatiedatum
13 juni 2023
Zaaknummer
10279978 \ CV EXPL 23-146 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Rouwen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van tandartsrekening en schadevergoeding door Infomedics

In deze civiele procedure vordert Infomedics, als rechtsopvolger van de tandartsenpraktijk, betaling van een openstaande tandartsrekening van € 348,11, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde, [gedaagde01], heeft de factuur onbetaald gelaten en voert verweer door te stellen dat de tandartsenpraktijk schade aan zijn gebit heeft veroorzaakt tijdens een eerdere behandeling in februari 2019. Hij betoogt dat de behandeling in juni 2022, waarvoor de rekening is verzonden, noodzakelijk was om deze schade te herstellen en dat hij daarom niet verplicht is te betalen.

De kantonrechter oordeelt dat het aan [gedaagde01] is om voldoende bewijs te leveren van de gestelde schade door de tandartsenpraktijk. De rechter constateert dat [gedaagde01] niet eerder dan tijdens deze procedure heeft gesteld dat er schade is ontstaan door de behandeling in februari 2019. De kantonrechter wijst erop dat de gedaagde onvoldoende heeft aangetoond dat de tandartsenpraktijk verantwoordelijk is voor de schade aan zijn gebit. Daarom wordt de vordering van Infomedics toegewezen, inclusief de wettelijke rente en de buitengerechtelijke kosten.

De kantonrechter veroordeelt [gedaagde01] tot betaling van in totaal € 403,39, plus proceskosten van € 335,22. Dit vonnis is uitgesproken op 31 mei 2023.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 10279978 \ CV EXPL 23-146
Vonnis van 31 mei 2023
in de zaak van
INFOMEDICS B.V., ALS RECHTSOPVOLGER VAN DE BESLOTEN VENNOOTSCHAP INFOMEDICS FACTORING B.V., M.H.O.D.N. INFOMEDICS FACTORING, UWNOTA.NL, DFA SERVICES EN INFOMEDICS DFA,
gevestigd te Almere,
eisende partij,
hierna te noemen: Infomedics,
gemachtigde: Yards Deurwaardersdiensten B.V.,
tegen
[gedaagde01],
wonende te [woonplaats01] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde01] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 4 januari 2023;
- de aantekeningen van het mondelinge antwoord op de rolzitting van 25 januari 2023, waarbij het schriftelijk verweer is overgelegd;
- de foto die als aanvulling op het schriftelijk verweer is overgelegd op de rolzitting van 8 februari 2023;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1
[gedaagde01] is omstreeks februari 2019 behandeld door tandartspraktijk [bedrijf01] BV, door [gedaagde01] ook wel aangeduid als tandartsenpraktijk [naam] , hierna te noemen: de tandartsenpraktijk. Dit betrof een zogenaamde ICON behandeling, waarmee witte plekjes worden gecamoufleerd.
2.2
In juni 2022 is [gedaagde01] opnieuw behandeld bij dezelfde tandartsenpraktijk en zijn er vullingen in zijn bovenkaak vervaardigd. Daarvoor is aan [gedaagde01] een factuur verzonden van 13 juni 2022 ten bedrage van € 348,11. [gedaagde01] heeft deze factuur onbetaald gelaten.
2.3
De tandartsenpraktijk heeft de vordering op [gedaagde01] verkocht aan Infomedics.

3.Het geschil

3.1
Infomedics vordert [gedaagde01] te veroordelen om aan haar te betalen het bedrag van
€ 403,39, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 348,11 vanaf 20 december 2022 tot de dag van voldoening, te vermeerderen met de kosten van de procedure en de wettelijke rente daarover.
Zij heeft daaraan, kort weergeven, het volgende ten grondslag gelegd.
[gedaagde01] heeft, ondanks diverse aanmaningen, niet betaald voor de behandeling van juni 2022 ten bedrage van € 348,11. Hij is daarom ook buitengerechtelijke kosten van € 52,22 verschuldigd. De wettelijke rente bedraagt, berekend tot 20 december 2022, € 3,06.
3.2
[gedaagde01] voert verweer. Hij voert, kort gezegd, het volgende aan.
De behandeling die [gedaagde01] omstreeks februari 2019 heeft gehad bij de tandartsenpraktijk heeft schade veroorzaakt aan de randjes van zijn tandvlees en aan de bovenkant zijn tanden. Om die schade te herstellen heeft [gedaagde01] zich uiteindelijk in juni 2022 opnieuw laten behandelen. [gedaagde01] vindt het niet terecht dat hij zou moeten betalen voor de behandeling in juni 2022, die noodzakelijk is geworden door schade die de tandartsenpraktijk zelf heeft veroorzaakt.
3.3
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1
[gedaagde01] stelt zich op het standpunt dat de tandartsenpraktijk omstreeks februari 2019 tekort is geschoten in de uitvoering van de behandelovereenkomst. Als gevolg daarvan is volgens hem schade ontstaan, namelijk de rekening waarvan nu betaling wordt gevorderd. [gedaagde01] wil dan ook dat de tandartsenpraktijk deze schade voor haar rekening neemt. Dat zou erop neerkomen dat hij de rekening van € 348,11 niet hoeft te betalen, en dus ook de nevenvorderingen niet.
De tandartsenpraktijk, nu Infomedics, heeft weersproken dat zij bij de behandeling in februari 2019 schade heeft veroorzaakt aan het gebit van [gedaagde01] .
4.2
De kantonrechter oordeelt als volgt.
Het is aan [gedaagde01] om voldoende gemotiveerd te stellen, en zonodig te bewijzen, dat de tandartsenpraktijk schade heeft veroorzaakt aan zijn gebit. Tussen partijen staat vast dat [gedaagde01] zich niet eerder dan tijdens deze procedure, die is ingeleid met de dagvaarding van 4 januari 2023, op het standpunt heeft gesteld dat er sprake is van schade aan zijn gebit veroorzaakt door de behandeling omstreeks februari 2019. Naar aanleiding van de conclusie van repliek, waarin gemotiveerd wordt weersproken dat door de behandelingen van de tandartsenpraktijk in februari 2019 schade aan zijn gebit is ontstaan, heeft [gedaagde01] bij conclusie van dupliek aangegeven dat de schade aan zijn tanden door de behandeling in februari 2019
zichtbaar is geworden(dus niet: is veroorzaakt). Hiermee lijkt [gedaagde01] het standpunt van Infomedics te bevestigen dat zijn tanden al beschadigd waren toen hij zich tot de tandarts wendde. [gedaagde01] heeft onvoldoende duidelijk gemaakt welke (andere) blijvende schade de tandartsenpraktijk dan precies zou hebben veroorzaakt, behalve dat de schade aan de randjes van zijn tandvlees en de bovenkant van zijn tanden zou zijn gelokaliseerd. Hij heeft wel foto’s overgelegd van zijn tanden, maar los van het feit dat deze foto’s onscherp zijn, is niet toegelicht waaruit de (blijvende) schade dan precies zou bestaan en op welke manier de recente behandeling van juni 2022 die schade heeft hersteld.
Al met al concludeert de kantonrechter dat het verweer van [gedaagde01] dat de tandartsenpraktijk schade zou hebben veroorzaakt aan zijn gebit, als onvoldoende gemotiveerd moet worden gepasseerd.
4.3
Aangezien in deze procedure niet is komen vast te staan dat de behandeling in juni 2022 diende ter herstel van eerder door dezelfde tandartsenpraktijk veroorzaakte schade, dient [gedaagde01] voor deze behandeling te betalen. Hij is de daarvoor verzonden rekening van
€ 348,11 dan ook verschuldigd. Dit bedrag is toewijsbaar, net als de gevorderde wettelijke rente, die berekend tot 20 december 2022 € 3,06 bedraagt.
4.4
Infomedics maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden. Infomedics heeft aan [gedaagde01] een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW, namelijk de sommatiebrief die is overgelegd als productie 3 bij dagvaarding. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten van € 52,22 komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
4.5
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
348,11
- buitengerechtelijke incassokosten
- wettelijke rente tot 20 december 2022
52,22
3,06
+
€ 403,39
4.6
[gedaagde01] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Infomedics als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
107,22
- griffierecht
128,00
- salaris gemachtigde
160,00
(2,00 punten × € 80,00)
Totaal
335,22
De wettelijke rente over de proceskosten zijn toewijsbaar als gevorderd.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1
veroordeelt [gedaagde01] om aan Infomedics te betalen een bedrag van € 403,39, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 348,11 vanaf 20 december 2022 tot de dag van betaling;
5.2
veroordeelt [gedaagde01] in de proceskosten, aan de zijde van Infomedics tot dit vonnis vastgesteld op € 335,22, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de 15e dag na de datum van betekening van het vonnis tot de dag van betaling;
5.3
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Rouwen en in het openbaar uitgesproken op 31 mei 2023.