ECLI:NL:RBZWB:2023:4031
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Toewijzing tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke ISD-maatregel in verband met recidive en beveiliging van de maatschappij
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 juni 2023 uitspraak gedaan over de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke ISD-maatregel die eerder aan de verdachte was opgelegd. De officier van justitie had gevorderd de tenuitvoerlegging, omdat de verdachte zich niet aan de bijzondere voorwaarden had gehouden. De verdachte, geboren in 1981, had een voorwaardelijke ISD-maatregel opgelegd gekregen op 15 maart 2021, met een proeftijd van twee jaar en verschillende bijzondere voorwaarden, waaronder opname in een zorginstelling en behandeling voor verslavingsproblematiek.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte meerdere keren de voorwaarden heeft overtreden, waaronder het niet naleven van de opname in een zorginstelling. Deskundigen hebben bevestigd dat een klinische behandeling noodzakelijk is voor de verdachte, maar dat deze behandeling nog niet is afgerond. De reclassering heeft aangegeven dat het recidiverisico hoog is en dat er geen mogelijkheden zijn voor gedragsverandering binnen het huidige kader.
De verdediging heeft betoogd dat het opleggen van de ISD-maatregel een te zware straf zou zijn, maar de rechtbank oordeelde dat de tenuitvoerlegging noodzakelijk is voor de beveiliging van de maatschappij en de beëindiging van de recidive. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en gelast dat de voorwaardelijke ISD-maatregel ten uitvoer zal worden gelegd. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren, en is uitgesproken in openbare zitting.