In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 26 januari 2023, is de verdachte beschuldigd van poging tot overval op een cafetaria. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 12 januari 2023, waarbij de officier van justitie, mr. W.J.W.K. Suijkerbuijk, en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De verdachte heeft op 23 januari 2022 de cafetaria binnengegaan en gedreigd met geweld om geld te verkrijgen, waarbij hij deed alsof hij een vuurwapen bij zich had. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de getuigen en aangevers de poging tot overval wettig en overtuigend bewezen maakten. De verdediging voerde aan dat de verdachte vrijwillig was teruggetreden, maar de rechtbank verwierp dit beroep, omdat de verdachte niet uit eigen wil was weggegaan, maar was gevlucht na de reactie van de aangever.
De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van 180 dagen, waarvan 176 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, en een taakstraf van 200 uur, te vervangen door 100 dagen hechtenis bij niet-naleving. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit, de impact op de slachtoffers en de stabiliteit in het leven van de verdachte, die de afgelopen jaren een stabiel leven heeft geleid. De beslissing is gebaseerd op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht die van toepassing waren ten tijde van het bewezenverklaarde.