In deze strafzaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 9 juni 2023 uitspraak gedaan in een zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontuchtige handelingen met zijn buurmeisje, dat op het moment van de feiten 15 en 16 jaar oud was. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 26 mei 2023, waarbij de officier van justitie, mr. M. van Leeuwen, en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De tenlastelegging hield in dat de verdachte ontuchtige handelingen had gepleegd met het minderjarige slachtoffer, wat resulteerde in een taakstraf van 120 uur, waarvan 40 uur voorwaardelijk.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte meerdere keren met het slachtoffer had gezoend en haar borsten had betast. De verklaringen van het slachtoffer werden als betrouwbaar beschouwd, terwijl de verdediging betoogde dat er onvoldoende bewijs was voor het betasten van de borsten. De rechtbank achtte de seksuele handelingen bewezen, ondanks de verdediging die stelde dat de verklaringen van het slachtoffer mogelijk beïnvloed waren door haar ouders.
De rechtbank legde de verdachte een taakstraf op, waarbij rekening werd gehouden met de impact van de feiten op het slachtoffer en haar gezin. De verdachte had misbruik gemaakt van het vertrouwen van het gezin van het slachtoffer, wat leidde tot ernstige emotionele schade. De rechtbank vond het zorgwekkend dat de verdachte de schuld voornamelijk buiten zichzelf leek te leggen en onvoldoende zelfreflectie toonde. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, die bij de burgerlijke rechter kon worden ingediend.