In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 juni 2023, wordt het beroep van eiseres, een horeca-exploitant, tegen het besluit van de burgemeester van Roosendaal beoordeeld. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de opgelegde sluitingstijden van haar horeca-inrichting, die voor de duur van drie maanden tussen 02:00 uur en 07:00 uur waren vastgesteld. De rechtbank behandelt het beroep dat is ingesteld tegen het besluit van 4 juli 2022, waarin de burgemeester de sluitingstijden handhaafde. De rechtbank heeft op 23 mei 2023 de zaak behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van eiseres als de burgemeester aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de burgemeester bevoegd was om de sluitingstijden op te leggen, gezien de eerdere overtredingen van de coronamaatregelen door eiseres. Echter, de rechtbank oordeelt dat de burgemeester niet voldoende heeft gemotiveerd waarom deze maatregel nog steeds noodzakelijk was, nu de coronamaatregelen inmiddels waren versoepeld en andere horeca-inrichtingen in de regio weer normaal geopend waren. De rechtbank stelt vast dat de belangen van openbare orde, veiligheid en gezondheid niet meer in geding waren, waardoor de opgelegde sluitingstijden niet langer gerechtvaardigd zijn.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en herroept het eerdere besluit van 15 december 2020. De burgemeester wordt veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 1.674, en moet het griffierecht van € 365 vergoeden. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en kan door partijen worden aangevochten in hoger beroep.