Uitspraak
1.De procedure
- het mondeling en schriftelijk antwoord;
- de conclusie van repliek met productie;
- de mondelinge dupliek.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele procedure, aangespannen door Shuttel B.V. tegen [gedaagde01], heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 31 mei 2023 uitspraak gedaan. De zaak betreft een betwisting over het bestaan van een overeenkomst en de niet-nakoming van betalingsverplichtingen door [gedaagde01]. Shuttel vorderde betaling van een bedrag van € 7.025,66, inclusief rente en kosten, voor geleverde brandstof op basis van een ANWB Mobiliteitskaart die op naam van [gedaagde01] was aangevraagd. De vordering was gebaseerd op de stelling dat er een overeenkomst tot stand was gekomen, terwijl [gedaagde01] betwistte deze overeenkomst te hebben gesloten, stellende dat zijn broer zonder zijn toestemming de mobiliteitskaart had aangevraagd en gebruikt.
De kantonrechter oordeelde dat er voldoende bewijs was dat de overeenkomst tot stand was gekomen, ondanks de betwisting van [gedaagde01]. De rechter wees de vordering van Shuttel tot betaling van de hoofdsom van € 6.064,66 toe, maar wees de gevorderde contractuele rente af, omdat deze niet was overeengekomen in de algemene voorwaarden. In plaats daarvan werd de wettelijke rente toegewezen. Ook de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten werden toegewezen, omdat Shuttel voldoende had aangetoond dat deze kosten in overeenstemming waren met de geldende tarieven.
De proceskosten aan de zijde van Shuttel werden vastgesteld op € 1.281,91, en [gedaagde01] werd veroordeeld in deze kosten. De kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af. Dit vonnis benadrukt het belang van bewijsvoering in civiele procedures en de gevolgen van niet-nakoming van contractuele verplichtingen.