ECLI:NL:RBZWB:2023:386
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 januari 2023, wordt het beroep van eiseres behandeld, die stelt dat de Belastingdienst/Toeslagen niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 5 maart 2021 voor herbeoordeling van haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. Eiseres heeft op 8 maart 2022 een ingebrekestelling ingediend, waarna de rechtbank oordeelt dat de beslistermijn is overschreden. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat dit volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet nodig was. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt de verweerder op om binnen elf weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt haar griffierecht van € 50,- vergoed en de proceskosten van € 418,50 worden ook vergoed door de verweerder. De rechtbank overweegt dat een langere termijn dan twee weken gerechtvaardigd is vanwege het grote aantal aanvragen dat door de Belastingdienst/Toeslagen moet worden behandeld. De rechtbank wijst het verzoek van verweerder om de termijn te verlengen met vertraging door toedoen van eiseres af, omdat dit te onbepaald is. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.