ECLI:NL:RBZWB:2023:3854
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake invordering verbeurde dwangsommen
Op 5 juni 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster, een B.V., bezwaar heeft gemaakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rucphen. Dit besluit betreft de invordering van verbeurde dwangsommen tot een bedrag van € 10.000,--, opgelegd wegens overtredingen op een perceel op camping [naam camping]. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
De voorzieningenrechter overweegt dat op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien onverwijlde spoed dat vereist. Verzoekster heeft betoogd dat zij voor het verstrijken van de begunstigingstermijn aan de last heeft voldaan, maar de voorzieningenrechter stelt vast dat de last onder dwangsom onherroepelijk is en dat er zesmaal is geconstateerd dat de opgelegde maatregelen niet zijn uitgevoerd.
De voorzieningenrechter concludeert dat het niet evident is dat de invordering in rechte geen stand zal houden. Bovendien is er geen sprake van bijzondere omstandigheden die maken dat verzoekster de beslissing op haar bezwaarschrift niet kan afwachten. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.