ECLI:NL:RBZWB:2023:383
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 januari 2023, wordt het beroep van eiseres behandeld die stelt dat de Belastingdienst/Toeslagen niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag, ingediend op 3 mei 2021. Eiseres heeft op 3 mei 2022 de Belastingdienst in gebreke gesteld, waarna de rechtbank oordeelt dat de beslistermijn is overschreden. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat dit volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet nodig was. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en verplicht de Belastingdienst om binnen elf weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens wordt een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt haar griffierecht van € 50,- vergoed en de proceskosten, vastgesteld op € 418,50, worden ook door de Belastingdienst vergoed. De rechtbank overweegt dat een langere termijn dan twee weken gerechtvaardigd is vanwege het grote aantal aanvragen dat door de Belastingdienst moet worden behandeld, maar wijst het verzoek van de Belastingdienst om de termijn te verlengen met vertraging door toedoen van eiseres af, omdat dit te onbepaald zou zijn.