ECLI:NL:RBZWB:2023:3825
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde van een woning in Waalwijk
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Waalwijk, die de waarde van de onroerende zaak op 1 januari 2020 heeft vastgesteld op € 365.000. De belanghebbende, eigenaar van de woning, heeft bezwaar gemaakt tegen deze waardevaststelling en bepleit een lagere waarde van € 313.000. De rechtbank heeft op 15 mei 2023 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van belanghebbende en de heffingsambtenaar aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar de waarde van de woning heeft onderbouwd met een taxatierapport, waarin de waarde is getaxeerd op € 365.000. De rechtbank heeft de beroepsgronden van belanghebbende beoordeeld, waaronder de staat van de woning en de isolatie, en geconcludeerd dat de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de vastgestelde waarde niet te hoog is. De rechtbank heeft daarbij gekeken naar vergelijkingsobjecten en de verkoopprijzen daarvan.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de waarde van de woning en de aanslag niet te hoog zijn vastgesteld, en heeft het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard. De belanghebbende krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door rechter R.P. Broeders en openbaar gemaakt op 2 juni 2023.