ECLI:NL:RBZWB:2023:3812

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
31 mei 2023
Publicatiedatum
2 juni 2023
Zaaknummer
10333476 CV EXPL 23-551 (T)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. Tilman-Knoester
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van factuur en geschil over de totstandkoming van de overeenkomst voor alarmdiensten

In deze civiele procedure vordert de besloten vennootschap Security Monitoring Centre B.V. (hierna: SMC) betaling van een factuur van € 366,03 van de vennootschap onder firma (VOF) die een antiekwinkel exploiteert. De VOF heeft alarmdiensten afgenomen van SMC, maar heeft de factuur onbetaald gelaten. SMC stelt dat de VOF de overeenkomst niet tijdig heeft opgezegd en dat zij nog abonnementsgelden verschuldigd is tot en met 31 december 2022. De VOF betwist de vordering en stelt dat zij nooit een overeenkomst met SMC heeft getekend en dat de factuur betrekking heeft op een periode waarin de overeenkomst met een derde partij, [bedrijf01], al was beëindigd.

De kantonrechter overweegt dat SMC haar vordering baseert op haar algemene voorwaarden, maar dat niet is onderbouwd hoe de overeenkomst tot stand is gekomen en of de algemene voorwaarden van toepassing zijn. De VOF heeft aangevoerd dat zij niet bereid is het volledige bedrag te betalen en dat de gevorderde incassokosten en rente te hoog zijn. De kantonrechter heeft SMC in de gelegenheid gesteld om haar stellingen nader toe te lichten en zal de zaak naar een rolzitting verwijzen voor een akte van SMC. De beslissing om de zaak aan te houden is genomen, waarbij de kantonrechter heeft bepaald dat de zaak op 28 juni 2023 opnieuw op de rol komt voor het nemen van een akte door SMC.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 10333476 \ CV EXPL 23-551
Vonnis van 31 mei 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap SECURITY MONITORING CENTRE B.V.,
statutair gevestigd te Tiel,
eisende partij,
hierna te noemen: SMC,
gemachtigde: AGIN Timmermans Gerechtsdeurwaarders te Bergen op Zoom,
tegen
1. de vennootschap onder firma [gedaagde sub01], gevestigd en kantoorhoudende te [adres01] ,
2. [gedaagde sub02], vennoot van gedaagde sub 1, wonende te [adres01] ,
3. [gedaagde sub03],
vennoot van gedaagde sub 1, wonende te [adres01] ,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: de VOF,
procederend in persoon.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 2 februari 2023 met producties;
- het extract audiëntieblad van de rolzitting van 1 maart 2023;
- de akte van SMC van 29 maart 2023;
- de antwoordakte van de VOF van 10 april 2023.

2.De feiten

Tussen partijen staat het volgende vast:
  • SMC levert alarmdiensten;
  • de VOF exploiteert een antiekwinkel;
  • de VOF heeft diensten afgenomen bij SMC, op het moment dat zij een service- en onderhoudsabonnement bij [bedrijf01] had;
  • op 1 december 2021 heeft SMC de VOF een factuur toegestuurd voor een bedrag van € 366,03 (inclusief btw);
  • op 4 februari 2022 bevestigt [bedrijf01] de opzegging door de VOF van de overeenkomst tussen haar en [bedrijf01] . Dit e-mailbericht is op dezelfde dag doorgestuurd naar de VOF;
  • op 2 maart 2022 heeft SMC de opzegging van een overeenkomst tussen SMC en de VOF bevestigd en aangegeven dat de einddatum is gesteld op 1 januari 2023;
  • de VOF heeft de voornoemde factuur onbetaald gelaten.

3.Het geschil en de beoordeling

3.1.
SMC vordert betaling van haar factuur, te vermeerderen met rente en kosten. De in rekening gebrachte buitengerechtelijke kosten zijn primair gebaseerd op de algemene voorwaarden. Subsidiair vraagt zij veroordeling op grond van de wet. Zij stelt nog abonnementsgelden te goed te hebben van de VOF voor het installeren, monitoren en in stand houden van het alarmsysteem in de bedrijfsruimte van de VOF. Nu de VOF deze onterecht onbetaald laat, is zij rente en kosten verschuldigd geworden. Op het verweer van de VOF voert SMC aan dat de VOF de overeenkomst niet tijdig heeft opgezegd, zodat zij de abonnementsgelden tot en met 31 december 2022 verschuldigd is. De gevorderde buitengerechtelijke kosten en contractuele rente zijn gebaseerd op de tussen partijen geldende algemene voorwaarden.
3.2.
De VOF voert bij antwoord aan niet bereid te zijn het gehele bedrag te betalen. De factuur ziet op de periode 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022. De VOF heeft bericht van [bedrijf01] ontvangen dat de overeenkomst per 1 april 2022 is beëindigd. De VOF is dan ook bereid tot die datum te betalen. De gevorderde incassokosten en contractuele rente zijn veel te hoog, zodat de VOF niet bereid is die te betalen. Bij antwoordakte voert de VOF aan dat zij nimmer een overeenkomst met SMC heeft getekend en nimmer de leveringsvoorwaarden heeft ontvangen. Ook is er een aantal keren niet gereageerd op alarmsignalen door SMC.
3.3.
De kantonrechter overweegt dat SMC haar primaire vordering volledig baseert op haar algemene voorwaarden (de niet tijdige opzegging, de contractuele buitengerechtelijke kosten en de contractuele rente). Niet is echter onderbouwd op welke wijze er een overeenkomst tussen partijen tot stand is gekomen en of de algemene voorwaarden op dat moment van toepassing zijn verklaard en ter hand zijn gesteld. Hoewel de VOF dit verweer pas bij antwoordakte heeft gevoerd, is deze informatie ook van belang om de rechtmatigheid en gegrondheid van de vordering te beoordelen. De kantonrechter zal SMC dan ook in de gelegenheid stellen haar stellingen op dit punt nader toe te lichten. Daarnaast dient zij in te gaan op de vraag of de VOF de overeenkomst heeft opgezegd of dat de overeenkomst is geëindigd naar aanleiding van het e-mailbericht van [bedrijf01] , nu een eventuele opzeggingsbrief niet in het geding is gebracht.
3.4.
De kantonrechter zal de zaak naar de hierna te noemen rolzitting te verwijzen voor een akte zijdens SMC. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

4.De beslissing

De kantonrechter
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
woensdag 28 juni 2023 om 09:00 uurvoor het nemen van een akte door SMC over wat is vermeld onder 2.4, waarna de wederpartij op de rol van vier weken daarna een antwoordakte kan nemen,
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Tilman-Knoester en in het openbaar uitgesproken op 31 mei 2023.