In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 mei 2023, zijn provisionele verzoeken van de man en de vrouw afgewezen. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.T.E. Kranenburg, en de vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. L.E. Swart, hebben beiden verzoeken ingediend met betrekking tot omgangsregelingen en onderhoudsbijdragen voor hun minderjarige kinderen. De man vroeg om een omgangsregeling en een onderhoudsbijdrage van €46 per maand per kind, terwijl de vrouw een onderhoudsbijdrage van €100 per maand per kind verzocht. Tijdens de mondelinge behandeling op 3 mei 2023 hebben beide partijen hun verzoeken ingetrokken, mede vanwege gemaakte voorlopige afspraken in de hoofdzaak. Hierdoor konden de gronden van de verzoeken niet meer worden onderzocht, wat leidde tot de afwijzing van de verzoeken tot provisionele voorzieningen. De rechtbank heeft in haar beschikking duidelijk gemaakt dat de verzoeken zijn afgewezen, en dat hoger beroep mogelijk is binnen drie maanden na de uitspraak.