In deze strafzaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 januari 2023 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die op 14 juni 2021 heeft geprobeerd haar vriend te doden door hem met een klauwhamer op het hoofd te slaan terwijl hij sliep. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, die leed aan een borderline persoonlijkheidsstoornis en PTSS, niet met voorbedachten rade handelde, maar in een emotionele crisis verkeerde. De officier van justitie had vrijspraak voor poging moord geëist, wat de rechtbank heeft overgenomen. De verdachte is wel schuldig bevonden aan poging doodslag, maar de rechtbank heeft rekening gehouden met haar psychische toestand en de omstandigheden van de zaak. De rechtbank heeft een voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden opgelegd, met een proeftijd van drie jaar en reclasseringstoezicht, in plaats van een onvoorwaardelijke straf, om de verdachte de kans te geven haar behandeling voort te zetten en verdere escalatie te voorkomen. De rechtbank benadrukte het belang van zorg en begeleiding voor de verdachte, die al geruime tijd vrijwillige behandeling ondergaat en geen strafblad heeft.