Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 11 januari 2023 en de daarin genoemde stukken;
- de brief van 7 april 2023 van [eiseres01] met productie 14;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 12 april 2023 en de bij die gelegenheid door [eiseres01] overgelegde spreekaantekeningen;
- de brief van 21 april 2023 van [gedaagde01] met opmerkingen over het proces-verbaal;
- de brief van 25 april 2023 van [eiseres01] met een reactie hierop.
2.Het geschil
3.De beoordeling
‘JA DAT IS CORRECT.’
‘bespreken oud zeer [bedrijf02] ’het volgende meegedeeld aan [bedrijf02] BV.
‘Oud zeer bevestiging’heeft [naam02] aan [naam01] het volgende meegedeeld.
‘afronden en uitbetalen oude afspraken rondom verkoop aandelen’en meegedeeld.
‘Schadevergoeding c.q. compensatie afzien participatie’.
‘Schadevergoeding compensatie 21.04.0001’.
Zoals je weet is 96% vd aandelen in [bedrijf06] en wordt dit bedrag dus intern voor 96% verrekend. Jou aandelen uitkering voor ca 2,5% zou ca € 100.000 bedragen. De uitbetaling door de vennootschap wordt in principe geheel uitgesteld naar de toekomst.’volgt dat partijen zijn overeengekomen dat de koopsom € 100.000,00 bedraagt en dat de betaling van de koopsom in principe geheel wordt uitgesteld. Aan de daarop volgende bewoordingen ‘
Om jou tegemoet te komen in je behoefte in liquide middelen heb ik [bedrijf03] instemming om per eind van dit jaar een eerste NETTO betaling te doen van € 25.000,00. Vervolgens elk einde jaar, telkens € 25.000.’kan mede gelet op de eerdere vermelding van [naam02] in de e-mail dat [naam01] ‘
nu graag additionele middelen wenst te ontvangen’en omdat wordt gesproken over het doen van een eerste betaling van € 25.000,00 geen andere betekenis worden toegekend dan dat betaling van de koopsom van € 100.000,00 in termijnen van € 25.000,00 zal plaatsvinden.
Als earn-out wordt dit bedrag met een earn-out van € 100.000 verhoogt en uitbetaald per 1.1.2019 indien je dan nog werkzaam bent bij [bedrijf06] , de [bedrijf06] dan winstgevend is en/of [bedrijf09] haar belang geheel of gedeeltelijk verkoopt.’kan niet worden afgeleid dat er een earn-out van vier keer € 25.000,00 is overeengekomen. Hieruit blijkt juist dat de earn-out enkel de verhoging van € 100.000,00 betreft.
‘Moet ik de liquide middelen als volgt lezen: eind 2015, 2016, 2017 en 2018 netto 25.000 euro, per 1.1.2019 bruto 100.000 earn-out onder de gestelde onderstaande condities? Hoor graag van je of ik dit zo goed heb begrepen.’[naam01] gaat zelf ook uit van een bedrag van in totaal van € 200.000,00 aan liquide middelen. Dat de koopsom uiteindelijk in 2018 is betaald in twee keer een bedrag van € 50.000,00 en niet in vier keer een bedrag van € 25.000,00, leidt niet tot een ander oordeel. Verder is van belang dat de betekenis die [gedaagde01] aan de e-mail van 28 november 2015 heeft toegekend, wordt onderschreven door de omstandigheid dat [eiseres01] vanaf 2015 ook niet jaarlijks aanspraak heeft gemaakt op betaling van € 25.000,00 als earn-out en [naam01] daar op de mondelinge behandeling ook geen overtuigende verklaring voor heeft gegeven terwijl dit wel van hem had kunnen worden verwacht. De rechtbank volgt de door [eiseres01] gegeven uitleg dan ook niet. De stelling van [eiseres01] dat zij recht heeft op een earn-out van vier keer € 25.000,00 wordt als onvoldoende feitelijk onderbouwd gepasseerd.
‘Schadevergoeding compensatie 21.04.0001’. Op de factuur van [eiseres01] aan [naam02] van [bedrijf07] BV staat vermeld dat het bedrag van € 100.000,00
‘Schadevergoeding c.q. compensatie afzien participatie’betreft. Vaststaat dat [naam02] zelf heeft aangegeven dat deze omschrijving op de factuur moest worden vermeld. [gedaagde01] stelt dat de originele door [eiseres01] verzonden factuur een andere omschrijving had te weten
‘aandeel verkoopopbrengst’en dat de omschrijving is gewijzigd op voorstel van de fiscalist van [naam02] bij e-mail van 21 april 2021. Echter, deze e-mail van 21 april 2021 bevat geen enkele aanwijzing dat de betaling van het bedrag van € 100.000,00 de earn-out betreft. Uit de e-mail blijkt juist dat de betaling een compensatie is voor het niet verkrijgen van participaties. Zo staat vermeld:
Omdat het een compensatie betreft voor het niet verkrijgen van participaties dient naar mijn mening de factuur te worden verzonden door de betreffende B.V.’s.’Vaststaat dat de e-mail van 21 april 2021 één op één door [naam02] is doorgestuurd naar [naam01] .
‘aandeel verkoopopbrengst’leidt niet tot een ander oordeel, nu deze vermelding ook aansluit bij de betaling als compensatie voor het niet verkrijgen van participaties. In de e-mail van 21 april 2021 staat namelijk vermeld dat [eiseres01] en [bedrijf08] BV bij verkoop van de certificaten zullen worden gecompenseerd en dat de compensatie een opbrengst betreft.
€ 3.760,00(2,0 punten × tarief € 1.880,00)