– Op 1 oktober 2022 is [verweerster] bij RAV in dienst getreden voor de duur van 12 maanden in de functie van ambulanceverpleegkundige tegen een loon van € 3.115,00 bruto per maand vermeerderd met vakantiegeld en een eindejaarsuitkering.
– Op de gesloten arbeidsovereenkomst is de CAO Ambulancezorg van toepassing.
– Op 3 oktober 2022 is [verweerster] met een groepje anderen aangevangen met de opleiding die bestaat uit 12 modules en die elk met een toets of meerdere toetsen worden afgesloten.
– [verweerster] mocht de opleiding vanwege haar beperktere relevante ervaring in 16 tot 18 maanden af ronden in plaats van de gebruikelijke 9 maanden.
– Naar aanleiding van een door [verweerster] opgemaakt gespreksverslag van de eerste lesdagen heeft de heer [docent] , die docent is, bij e-mail van 20 oktober 2022 aan [verweerster] medegedeeld:
“(…)[verweerster] je bent zeker gedreven enthousiast en leergiering.Maar wat we ook zien is dat je moeite hebt met hoofd en bijzaken te scheiden. Daardoor herken je ondanks je denkende leerstijl de rode draad vaak niet. (…)(…)”- Bij e-mail van 1 november 2022 heeft mevrouw [groepsdocent] (hierna: [groepsdocent] ), die groepsdocent is, aan de teammanager, zijnde de heer [teammanager] (hierna: [teammanager] ), onder meer de volgende feed-back van [praktijkbegeleider] (hierna: [praktijkbegeleider] ), die praktijkbegeleider is, medegedeeld:
“(…)Hierbij een uiteenzetting van mijn gesprekje vanmiddag met [verweerster] :(…)Verder hebben we gesproken over de discrepantie tussen e-learning en praktijk. Met name de ABCDE methodiek vind ze erg lastig omdat er in de praktijk iets anders van haar verwacht wordt dan in theorie beschreven staat.(…)”
– Op 3 november 2022 heeft [verweerster] een praktijkcasus uitgevoerd waarbij zij is weggelopen omdat haar contactlens niet goed zat. Na afloop van de casus heeft [verweerster] een gesprek gehad met [praktijkbegeleider] en [groepsdocent] over het verloop van de casus en is medegedeeld dat zij geen stijgende leercurve laat zien en ze de ABCDE methodiek niet beheerst.
– Op 8 november 2022 heeft [verweerster] een gesprek gehad met [teammanager] en [groepsdocent] omtrent het continueren van de opleiding en is de voorwaarde gesteld dat op korte termijn verbetering zou moeten optreden. In het gesprek is aan [verweerster] medegedeeld dat haar een tweede kans wordt gegeven waarbij zij aan haar medecursisten uitleg zou geven over de voortgang van de opleiding, ze mee zou rijden met verpleegkundig specialisten en de focus wordt gericht op klinisch redeneren.
– Op 14 november 2022 heeft [verweerster] in de klas aan de anderen verteld over de onvoldoende voortgang van haar opleiding en over haar persoonlijke situatie.
– Op 19 november 2022 heeft [verweerster] een reflectieverslag gemaakt over hetgeen haar opleiders in de periode van 14 tot 18 november 2022 met haar hebben besproken en daarin vervolgacties genoemd.
– Op 21 november 2022 hebben [teammanager] en [groepsdocent] een gesprek gehad met [verweerster] en haar geadviseerd om de opleiding niet te vervolgen omdat er onvoldoende vertrouwen is dat zij de theorie goed naar de praktijk vertaalt. [verweerster] is geadviseerd om eerst drie jaar te werken op een SEH afdeling van een ziekenhuis om meer praktijkervaring op te doen.
– Op 23 november 2022 heeft [verweerster] een gesprek gehad met de [praktijkopleider] (hierna: [praktijkopleider] ) en de [vertrouwenspersoon] om daarin vragen te kunnen stellen.
– Op 25 november 2022 heeft [verweerster] een gesprek gehad bij RAV waarin haar een concept vaststellingsovereenkomst is aangeboden waarin staat dat zij zelf ontslag neemt en is aangeboden haar te begeleiden naar werk in het ziekenhuis. [verweerster] is daar niet mee akkoord gegaan en verricht vanaf 21 november 2022 geen werkzaamheden meer bij RAV.