Op 25 mei 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van [betrokkene]. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, mr. P.W.P. Emmen, om de tbs met twee jaar te verlengen, afgewezen en in plaats daarvan de tbs met één jaar verlengd. De rechtbank baseerde haar beslissing op de adviezen van de tbs-instelling en externe gedragsdeskundigen, die aangaven dat [betrokkene] nog steeds lijdt aan ernstige psychische stoornissen, waaronder schizofrenie en een autismespectrumstoornis, en dat hij blijvende ondersteuning nodig heeft. Tijdens de zitting op 11 mei 2023 werd [betrokkene] gehoord, bijgestaan door zijn raadsman, mr. M.R.J. Schönfeld. De rechtbank constateerde dat er een risico op recidive aanwezig is, maar dat er ook positieve ontwikkelingen zijn in het gebruik van middelen door [betrokkene]. De rechtbank oordeelde dat het belangrijk is om de voortgang van [betrokkene] te blijven volgen en dat een verlenging van de tbs met één jaar de beste optie is om zijn motivatie en betrokkenheid bij het vervolgtraject te waarborgen. De rechtbank benadrukte dat het van belang is dat [betrokkene] zich gedurende het komende jaar blijft inzetten voor zijn behandeling en dat er bij afloop van de termijn opnieuw beoordeeld zal worden of hij de positieve ontwikkeling heeft doorgezet.