ECLI:NL:RBZWB:2023:3582

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 mei 2023
Publicatiedatum
25 mei 2023
Zaaknummer
02/801428-06
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

Op 25 mei 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een verdachte, geboren in 1984, die momenteel verblijft in een forensisch psychiatrische kliniek. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de tbs met twee jaar te verlengen, toegewezen. De verdachte is eerder veroordeeld voor doodslag en ondergaat sinds 2015 de tbs-maatregel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte lijdt aan verschillende psychische stoornissen, waaronder een autismespectrumstoornis en een schizofreniespectrumstoornis. De tbs-instelling heeft geadviseerd de tbs te verlengen, omdat er nog steeds een hoog recidivegevaar aanwezig is. Tijdens de zitting is de verdachte gehoord, evenals zijn raadsman en deskundigen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de resocialisatie van de verdachte meer tijd zal vergen dan de resterende tijd bij een verlenging van één jaar. Daarom is besloten de tbs-maatregel met twee jaar te verlengen, waarbij de nadruk ligt op de noodzakelijke begeleiding en ondersteuning voor de verdachte in zijn resocialisatietraject.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02/801428-06
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 25 mei 2023
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1984 te [geboorteplaats]
thans verblijvende in FPC [kliniek 1] te [plaats]

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie van 6 april 2023, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met twee jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van [verdachte] over de periode van 17 juli 2021 tot 1 januari 2023;
- het verlengingsadvies van de [kliniek 1] (hierna: de tbs-instelling) van 23 maart 2023;
- het psychiatrisch rapport van dr. [psychiater] van 27 februari 2023;
- het psychologisch rapport van drs. [psycholoog] van 22 februari 2023.

2.De procesgang

Bij arrest van het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch van 18 mei 2011 is [verdachte] , wegens doodslag, veroordeeld tot twaalf jaar gevangenisstraf en tbs met verpleging van overheidswege. De Hoge Raad heeft bij arrest van 22 mei 2012 de uitspraak van het gerechtshof gedeeltelijk vernietigd voor wat betreft de duur van de gevangenisstraf en de duur van de gevangenisstraf met vier maanden verlaagd (in die zin dat deze elf jaar en zeven maanden beloopt).
De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, oftewel een misdrijf gericht tegen of met gevaar voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.
De tbs is op 24 mei 2015 aangevangen en voor het laatst bij beslissing van 4 juni 2021 verlengd voor een termijn van twee jaar.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 11 mei 2023 is de officier van justitie mr. P.W.P. Emmen gehoord. Tevens is [verdachte] gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.R. Ytsma, advocaat te Amsterdam.
Voorts is de [deskundige 1] , GZ-psycholoog en behandelcoördinator, gehoord.

3.Het advies van de tbs-instelling

De tbs-instelling heeft geadviseerd de tbs-maatregel te verlengen met twee jaar en daartoe aangevoerd dat bij [verdachte] sprake is van een autismespectrumstoornis. Daarnaast is er sprake van een andere gespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis, een stoornis in cannabisgebruik, een stoornis in alcoholgebruik en een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met antisociale en narcistische trekken. In juli 2021 is [verdachte] vanaf de opname-afdeling naar een interne resocialisatie-afdeling gegaan. Hier heeft hij begeleid verlof opgebouwd. Vervolgens is het onbegeleid werkverlof gemachtigd en heeft hij dit stapsgewijs opgebouwd. Er zijn behandelmodulen ingezet, waarbij de nadruk ligt op de combinatie met praktijkervaringen die [verdachte] tijdens de verloven opdoet. In de afgelopen periode heeft hij zich aan de regels en afspraken gehouden en heeft hij geen drugs of alcohol gebruikt. Hij doet zijn best inzage te geven in wat hem bezighoudt, maar heeft hierbij ondersteuning nodig omdat hij spanningen onvoldoende waarneemt. De afgelopen periode benadrukte het belang van forensische scherpte, begrenzing en bijsturing. De huidige setting kan deze ondersteuning bieden en vroegtijdig een opbouw van stressoren en daarmee de opbouw naar delictgedrag signaleren. Op basis hiervan wordt het risico op delictgedrag binnen het huidige kader als laag ingeschat. Bij beëindiging van de tbs op dit moment wordt echter verwacht dat de stressoren in korte tijd toenemen. [verdachte] heeft onvoldoende probleeminzicht, oplossingsvaardigheden en coping om op een adequate manier om te gaan met stressoren die het zelfstandig vormgeven van sociale en maatschappelijke inbedding van hem zullen vergen. Extern risicomanagement met voldoende toezicht, begeleiding en ondersteuning blijft langdurig van belang en is essentieel om het risico voldoende in te perken. In de komende periode zullen stappen worden gezet om de onbegeleide verloven geleidelijk uit te breiden. De draaglast van [verdachte] zal hierbij leidend zijn, evenals zijn betrouwbaarheid en het in samenwerking blijven. Indien [verdachte] geruime tijd laat zien dat hij stabiel en betrouwbaar functioneert, er geen sprake is van delictgerelateerde gedragingen en de samenwerking voldoende stevig is, kan verdere stapsgewijze uitbreiding van het onbegeleid verlof overwogen worden. Of en wanneer de stap naar transmuraal verlof gezet kan worden is afhankelijk van de voorgaande stappen. Het verloop van het resocialisatietraject zal moeten uitwijzen welke mate van vrijheid in de toekomst haalbaar zal zijn en welke mate van begeleiding, controle en ondersteuning hij hierbij nodig zal hebben. Wat het uitstroomdoel betreft, gaat de tbs-instelling uit van toewerken naar een vorm van beschermd/begeleid wonen. Vanwege de geleidelijkheid van dit traject is de verwachting dat het resocialisatietraject de duur van één jaar zal overstijgen.
Ter zitting heeft [deskundige 2] daaraan nog toegevoegd dat het onbegeleid verlof in de regio is aangevraagd en ieder moment een beslissing daarop wordt verwacht. Daarna zou [verdachte] ook onbegeleid verlof willen buiten de regio, zodat hij naar zijn vader kan. Waar [verdachte] uiteindelijk uitkomt is afhankelijk van hoe de komende stappen gaan uitpakken en hoeveel begeleiding hij nodig heeft. Het is goed als hij in de periode van vrijheden ook werkt aan zijn sociale netwerk. Op het moment dat het onbegeleide verlof op het maximum zit en transmurale stappen worden overwogen, wordt de contactpersoon bij de reclassering ingeschakeld zodat die mee kan gaan denken.

4.Het advies van de externe gedragsdeskundigen

Uit het rapport van [psychiater] blijkt dat bij [verdachte] sprake is van een autismespectrumstoornis, een stoornis in cannabisgebruik, in langdurige remissie in een gereguleerde omgeving, en een ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis. Daarbij is er een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met antisociale en narcistische trekken aanwezig. Wanneer de maatregel op dit moment beëindigd wordt, schat de psychiater de kans op recidive in als hoog. Er is vooral eenduidigheid nodig in benadering en plannen en zoveel mogelijk continuïteit van zorg. [verdachte] heeft de beveiliging en bescherming van de dwangverpleging nodig. Een voorwaardelijke beëindiging is nu niet verantwoord. De psychiater heeft geadviseerd de tbs-maatregel met twee jaar te verlengen.
Het rapport van [psycholoog] is vrijwel gelijkluidend aan het rapport van de psychiater voor wat betreft de omschreven problematiek, het advies en de argumenten waarop dit is gebaseerd. Aanvullend wordt gerapporteerd dat uitbreiding van vrijheden verantwoord kan gebeuren als er kleine stappen worden genomen en er ondertussen stevig geïnvesteerd wordt in samenwerking, ondersteuning en controle. Gelet op de complexiteit van de problematiek, de potentiële ernst van een recidive en het nog ontbreken van overeenstemming op essentiële onderdelen, is de verwachting dat het traject nog de nodige tijd zal vergen. Geadviseerd wordt de tbs-maatregel en de verpleging van overheidswege met twee jaar te continueren.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting bij de vordering de tbs met twee jaar te verlengen gebleven. Aan de wettelijke vereisten daarvoor is voldaan. Zo is er nog steeds sprake van een stoornis en een hoog recidiverisico wanneer de tbs-maatregel zou worden beëindigd.

6.Het standpunt van de verdediging

[verdachte] heeft ter zitting verklaard dat er wordt toegewerkt naar minder begeleiding om te kijken hoe hij dan functioneert. Hij is het eens met de route, maar het tempo en waar hij uiteindelijk uitkomt moeten in overleg worden bepaald. Zelfstandig wonen lijkt op dit moment niet haalbaar.
De raadsman voert aan dat het traject dat wordt geschetst door de tbs-instelling onzeker is. Het is onduidelijk hoe de resocialisatie zich verder gaat ontwikkelen. Volgens de psycholoog bereikt de resocialisatie een kritieke fase. Het is van belang om een vinger aan de pols te houden. Het is niet duidelijk wanneer het transmurale verlofkader ingaat noch of daarna een zorgmachtiging of voorwaardelijke beëindiging aan de orde is. Om die reden dient de tbs-maatregel met één jaar te worden verlengd.

7.Het oordeel van de rechtbank

De tbs-maatregel kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging daarvan eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op de adviezen van de tbs-instelling en de externe gedragsdeskundigen wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium.
De vraag die vervolgens voorligt, is of de tbs-maatregel met verpleging van overheidswege met één of twee jaar moet worden verlengd. Uitgangspunt is dat wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling van de terbeschikkinggestelde meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging met een termijn van één jaar, de tbs verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden.
De rechtbank overweegt dat de tbs-maatregel naast behandeling ook gericht is op resocialisatie van [verdachte] . Uit het advies van de tbs-instelling en de daarop door de deskundige ter zitting gegeven toelichting komt duidelijk naar voren dat het resocialisatietraject niet binnen één jaar kan worden doorlopen. [verdachte] staat aan het begin van zijn resocialisatie waarbij de onbegeleide verloven nog verder uitgebreid kunnen worden. Daarna zal mogelijk transmuraal verlof volgen. Hierbij is het telkens van belang dat goed wordt gemonitord hoe [verdachte] omgaat met de uitbreiding van zijn vrijheden. De rechtbank constateert dat de tbs-instelling voorzichtig maar ook zo voortvarend mogelijk te werk gaat. Dat is bezien tegen de achtergrond van wat zich bij de [kliniek 2] heeft afgespeeld begrijpelijk en ook noodzakelijk. Daarbij wordt het van belang geacht dat de nog te zetten stappen in het resocialisatietraject binnen het tbs-kader zullen plaatsvinden zodat het gedrag van [verdachte] met forensische scherpte gevolgd en opgevangen kan worden. Gelet op de tijd die daarvoor nog nodig is, is een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege van de tbs-maatregel binnen één jaar niet te verwachten. Op grond daarvan acht de rechtbank het aannemelijk dat de resocialisatie van [verdachte] meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij verlenging van de tbs-maatregel met een termijn van één jaar. Van een bijzondere omstandigheid die maakt dat van het uitgangspunt moet worden afgeweken is niet gebleken.
Gelet op hetgeen hierboven is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat de tbs-maatregel met verpleging van overheidswege van [verdachte] dient te worden verlengd met twee jaar.

8.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [verdachte] met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. D.L.J. Martens, voorzitter, mr. J.C.A.M. Los en
mr. J.F.C. Janssen, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. A. van Krevel en is uitgesproken ter openbare zitting op 25 mei 2023.