ECLI:NL:RBZWB:2023:3559
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens te late indiening van het beroepschrift
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 mei 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) van 15 februari 2023 behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het beroepschrift te laat is ingediend. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken en begint op de dag na de bekendmaking van het besluit. In dit geval was de bekendmaking op 15 februari 2023, waardoor de termijn eindigde op 29 maart 2023. Eiser heeft echter pas op 30 maart 2023 beroep ingesteld, wat betekent dat het beroepschrift niet tijdig is ingediend.
De rechtbank overweegt of het te laat indienen van het beroepschrift verontschuldigbaar is. Eiser heeft aangegeven dat hij niet bekend is met het bestuursrecht en de termijn heeft berekend vanaf de ontvangst van het besluit op 17 februari 2023. De rechtbank wijst erop dat in de bijlage bij het bestreden besluit duidelijk is vermeld dat het beroepschrift vóór 30 maart 2023 bij de rechtbank moet zijn ingediend. Het verkeerd berekenen van de termijn wordt voor rekening van eiser gesteld.
Uiteindelijk concludeert de rechtbank dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat er geen inhoudelijke beoordeling van het beroep plaatsvindt en het bestreden besluit in stand blijft. Eiser krijgt geen griffierecht terug. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.