ECLI:NL:RBZWB:2023:3557
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht en ontbreken van kopie bestreden besluit
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 mei 2023, wordt het beroep van eiser behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiser het griffierecht van € 184,- niet heeft betaald en geen kopie van het bestreden besluit heeft bijgevoegd. De rechtbank wijst erop dat volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het griffierecht tijdig moet worden betaald. De griffier had eiser in een aangetekende brief van 4 februari 2023 de gelegenheid gegeven om het griffierecht binnen vier weken te betalen, maar eiser heeft dit niet gedaan. Er is geen verontschuldiging voor het niet tijdig betalen van het griffierecht gegeven.
Daarnaast is het ook vereist dat bij het beroepschrift een kopie van het bestreden besluit wordt gevoegd. Eiser heeft in dit geval geen kopie van het bestreden besluit bijgevoegd, ondanks dat de griffier hem in een aangetekende brief van 3 maart 2023 de kans heeft gegeven om dit verzuim binnen vier weken te herstellen. Ook hier heeft eiser geen reden gegeven voor het ontbreken van de kopie, waardoor de rechtbank concludeert dat er geen verontschuldiging voor dit verzuim is.
De rechtbank komt tot de conclusie dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.