ECLI:NL:RBZWB:2023:3557

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
22 mei 2023
Publicatiedatum
24 mei 2023
Zaaknummer
AWB- 23_59
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht en ontbreken van kopie bestreden besluit

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 mei 2023, wordt het beroep van eiser behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiser het griffierecht van € 184,- niet heeft betaald en geen kopie van het bestreden besluit heeft bijgevoegd. De rechtbank wijst erop dat volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het griffierecht tijdig moet worden betaald. De griffier had eiser in een aangetekende brief van 4 februari 2023 de gelegenheid gegeven om het griffierecht binnen vier weken te betalen, maar eiser heeft dit niet gedaan. Er is geen verontschuldiging voor het niet tijdig betalen van het griffierecht gegeven.

Daarnaast is het ook vereist dat bij het beroepschrift een kopie van het bestreden besluit wordt gevoegd. Eiser heeft in dit geval geen kopie van het bestreden besluit bijgevoegd, ondanks dat de griffier hem in een aangetekende brief van 3 maart 2023 de kans heeft gegeven om dit verzuim binnen vier weken te herstellen. Ook hier heeft eiser geen reden gegeven voor het ontbreken van de kopie, waardoor de rechtbank concludeert dat er geen verontschuldiging voor dit verzuim is.

De rechtbank komt tot de conclusie dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/59

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 mei 2023 in de zaak van

[naam eiser] , uit [plaatsnaam] , eiser.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiser.
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het griffierecht niet is betaald en het niet betalen niet verontschuldigbaar is. Verder heeft eiser ook geen kopie van het bestreden besluit bijgevoegd en heeft dat verzuim niet tijdig hersteld. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader griffierecht
3. Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41 van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 184,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is. Dat betekent dat er een ‘goede’ reden moet zijn waarom het griffierecht niet (tijdig) is betaald.
Heeft eiser het griffierecht tijdig betaald?
4. De griffier heeft bij aangetekend verzonden brief van 4 februari 2023 eiser in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief. Eiser heeft het griffierecht niet op tijd betaald.
Is het niet tijdig betalen verontschuldigbaar?
5. Eiser heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.
Toetsingskader kopie besluit
6. Iemand die beroep instelt, moet bij zijn beroepschrift zo mogelijk een kopie van het bestreden besluit bijvoegen. [1] Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank na een herstelmogelijkheid het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren. [2]
Heeft eiser tijdig een kopie van het bestreden besluit aan de rechtbank gestuurd?
7. Eiser heeft geen kopie van het bestreden besluit bijgevoegd. De griffier heeft bij aangetekend verzonden brief van 3 maart 2023 eiser in de gelegenheid gesteld binnen vier weken dit verzuim te herstellen. Eiser heeft binnen die termijn geen kopie van het bestreden besluit aan de rechtbank gestuurd.
Is het niet tijdig insturen van een kopie van het bestreden besluit verontschuldigbaar?
8. Eiser heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.

Conclusie en gevolgen

9. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en dat het bestreden besluit in stand blijft. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, in aanwezigheid van C.A.F. Kalb, griffier, op 22 mei 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Dit staat in artikel 6:5, tweede lid, van de Awb.
2.Dit staat in artikel 6:6 van de Awb.