ECLI:NL:RBZWB:2023:3542
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzoek om voorlopige voorziening inzake bijstandsuitkering
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 mei 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, die bezwaar had gemaakt tegen het besluit van 31 maart 2023 van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom, verzocht om een voorlopige voorziening met betrekking tot de afwijzing van zijn aanvraag voor een bijstandsuitkering. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen zitting heeft plaatsgevonden, conform artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen benadrukt dat de Awb een verplichting tot betaling van griffierecht voorschrijft, zoals vastgelegd in artikel 8:82 in samenhang met artikel 8:41 van de Awb. Verzoeker is bij aangetekende brief van 27 april 2023 geïnformeerd over deze verplichting en is erop gewezen dat het griffierecht uiterlijk binnen twee weken moest worden betaald. Tevens is verzoeker gewaarschuwd dat bij niet-tijdige betaling het verzoek niet-ontvankelijk verklaard kon worden.
Aangezien het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is ontvangen, heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is. De uitspraak is gedaan door mr. V.M. Schotanus, in aanwezigheid van mr. S. Constant, griffier, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.