Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 mei 2023 in de zaak tussen
[naam eiseres], uit [plaatsnaam], eiseres
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Feiten.
Overwegingen.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen het besluit van 16 juli 2021 van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dongen over de terugvordering van ten onrechte verstrekte bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet ter hoogte van € 21.244,33. Op 11 augustus 2021 heeft het college een gewijzigd besluit genomen en het terugvorderingsbedrag bepaald op € 9.286,89. De rechtbank heeft het beroep op 3 mei 2023 op zitting behandeld, waarbij eiseres en haar vertegenwoordigers aanwezig waren.
De rechtbank beoordeelt of het college de hoogte van de terug te vorderen bijstandsuitkering juist heeft vastgesteld aan de hand van de beroepsgronden van eiseres. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en legt uit hoe zij tot dit oordeel komt. Eiseres ontving een bijstandsuitkering van 1 juli 2003 tot en met 30 april 2019. Na de erfenis van € 22.333,33 op 13 februari 2019 heeft het college haar bijstandsuitkering ingetrokken. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de terugvordering, maar de rechtbank heeft eerder geoordeeld dat de terugvordering terecht was, met uitzondering van de erfbelasting die in mindering moest worden gebracht.
De rechtbank concludeert dat het beroep tegen het eerste bestreden besluit niet-ontvankelijk is, omdat het college dit besluit niet langer handhaaft. Het beroep tegen het tweede bestreden besluit is ongegrond, maar het college moet het griffierecht van € 49,- aan eiseres vergoeden en de proceskosten van € 11,56 betalen. De rechtbank heeft erkend dat het college te lang heeft gedaan over het nemen van het tweede besluit, maar dit was te wijten aan personeelsgebrek. De uitspraak is openbaar gemaakt op 17 mei 2023.