ECLI:NL:RBZWB:2023:3429
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Beschikking
- K. Kool
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst na vaststellingsovereenkomst over het einde van die arbeidsovereenkomst
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 mei 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen ESTRATEGY B.V. en een werknemer. De werkgever, vertegenwoordigd door mr. J.P.G. van Roeyen, heeft verzocht de arbeidsovereenkomst te ontbinden op basis van de gronden zoals vermeld in artikel 7:669 lid 3 BW. De werknemer, vertegenwoordigd door mr. E.N. Mulder, heeft verweer gevoerd en tegenverzoeken ingediend. De werknemer was arbeidsongeschikt wegens ziekte, wat een opzegverbod met zich meebracht. Echter, de kantonrechter oordeelde dat er andere omstandigheden aanwezig waren die het redelijk maakten om de arbeidsovereenkomst te ontbinden, ondanks het opzegverbod. De kantonrechter heeft vastgesteld dat herplaatsing van de werknemer niet mogelijk was en dat de arbeidsovereenkomst per 1 oktober 2023 ontbonden zal worden.
Daarnaast heeft de kantonrechter bepaald dat de werknemer recht heeft op een transitievergoeding van € 2.675,26 bruto, berekend op basis van het loon en de duur van de arbeidsovereenkomst. De gevorderde billijke vergoeding door de werknemer is afgewezen, omdat niet is aangetoond dat de ontbinding het gevolg was van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. Tot slot heeft de kantonrechter bepaald dat iedere partij zijn eigen proceskosten draagt, aangezien er geen sprake was van (ernstig) verwijtbaar handelen van een van beide partijen. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door mr. Kool.