ECLI:NL:RBZWB:2023:3429

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 mei 2023
Publicatiedatum
19 mei 2023
Zaaknummer
10300441 AZ VERZ 23-6
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • K. Kool
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst na vaststellingsovereenkomst over het einde van die arbeidsovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 mei 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen ESTRATEGY B.V. en een werknemer. De werkgever, vertegenwoordigd door mr. J.P.G. van Roeyen, heeft verzocht de arbeidsovereenkomst te ontbinden op basis van de gronden zoals vermeld in artikel 7:669 lid 3 BW. De werknemer, vertegenwoordigd door mr. E.N. Mulder, heeft verweer gevoerd en tegenverzoeken ingediend. De werknemer was arbeidsongeschikt wegens ziekte, wat een opzegverbod met zich meebracht. Echter, de kantonrechter oordeelde dat er andere omstandigheden aanwezig waren die het redelijk maakten om de arbeidsovereenkomst te ontbinden, ondanks het opzegverbod. De kantonrechter heeft vastgesteld dat herplaatsing van de werknemer niet mogelijk was en dat de arbeidsovereenkomst per 1 oktober 2023 ontbonden zal worden.

Daarnaast heeft de kantonrechter bepaald dat de werknemer recht heeft op een transitievergoeding van € 2.675,26 bruto, berekend op basis van het loon en de duur van de arbeidsovereenkomst. De gevorderde billijke vergoeding door de werknemer is afgewezen, omdat niet is aangetoond dat de ontbinding het gevolg was van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. Tot slot heeft de kantonrechter bepaald dat iedere partij zijn eigen proceskosten draagt, aangezien er geen sprake was van (ernstig) verwijtbaar handelen van een van beide partijen. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door mr. Kool.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Middelburg
Zaaknummer / rekestnummer: 10300441 \\ AZ VERZ 23-6
Beschikking van 17 mei 2023
in de zaak van
ESTRATEGY B.V.,
te Goes,
verzoekende partij,
hierna te noemen: werkgever,
gemachtigde: mr. J.P.G. van Roeyen,
tegen
[werknemer],
te [woonplaats] ,
verwerende partij,
hierna te noemen: werknemer,
gemachtigde: mr. E.N. Mulder.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het op 25 januari 2023 ontvangen verzoekschrift met producties 1 tot en met 15,
- het verweerschrift met producties 1 tot en met 4;
- de brief van mr. Van Roeyen van 14 april 2023 met productie 16;
- de mondelinge behandeling gehouden op 19 april 2023, alsmede de op die mondelinge behandeling door mr. Van Roeyen overgelegde en voorgedragen pleitnotities en de door mr. Mulder overgelegde en voorgedragen spreekaantekeningen.
1.2.
Ten slotte heeft de kantonrechter uitspraak bepaald.

2.Het geschil en de beoordeling

2.1.
Werknemer is in dienst van werkgever.
2.2.
Werkgever heeft verzocht de arbeidsovereenkomst te ontbinden op de gronden als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 aanhef en onder g, h en i BW. Werknemer heeft daartegen verweer gevoerd en tegenverzoeken ingediend.
2.3.
Werknemer is arbeidsongeschikt wegens ziekte, zodat het opzegverbod tijdens ziekte geldt. Ondanks dit opzegverbod kan het ontbindingsverzoek toch worden ingewilligd gelet op het bepaalde in artikel 7:671b lid 6 BW.
2.4.
De kantonrechter stelt vast dat er andere omstandigheden zijn die zodanig zijn dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren, zoals bedoeld in artikel 7:669 lid 3 aanhef en onder h BW. Dit levert een redelijke grond op voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Herplaatsing van werknemer binnen een redelijke termijn is niet mogelijk of ligt niet in de rede. De kantonrechter zal daarom, met in achtneming van de opzegtermijn, de arbeidsovereenkomst per 1 oktober 2023 ontbinden, zoals is verzocht door werkgever.
2.5.
In verband met de ontbinding komt werknemer een transitievergoeding toe. Uitgaande van het loon van € 2.750,00 bruto per maand, vermeerderd met 8% vakantiebijslag, en de duur van de arbeidsovereenkomst van 18 januari 2021 tot en met 30 september 2023 bedraagt de transitievergoeding € 2.675,26 bruto.
2.6.
De door werknemer gevorderde billijke vergoeding wordt afgewezen, aangezien niet is gebleken dat de ontbinding het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever.
2.7.
De kantonrechter zal bepalen dat partijen ieder hun eigen proceskosten moeten dragen, omdat geen sprake is van (ernstig) verwijtbaar handelen of nalaten van één van beide partijen (aanbeveling 3.2 van de Aanbeveling schikken en proceskosten Wwz).

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 oktober 2023,
3.2.
veroordeelt werkgever om aan werknemer een transitievergoeding van € 2.675,26 bruto te betalen,
3.3.
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt,
3.4.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. Kool en in het openbaar uitgesproken op 17 mei 2023.