ECLI:NL:RBZWB:2023:3397
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar kinderopvangtoeslag
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. A. van Tol-Macharoblishvili, beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar van 10 oktober 2022 tegen de beschikking van 1 september 2022 betreffende de herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Belastingdienst niet binnen de wettelijk vereiste termijn van twaalf weken heeft beslist, aangezien de termijn op 5 januari 2023 verstreken was. Eiseres heeft de Belastingdienst op 13 februari 2023 in gebreke gesteld, waarna de rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is.
De rechtbank heeft bepaald dat de Belastingdienst alsnog binnen vier weken na de uitspraak een besluit op het bezwaar moet nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast heeft de rechtbank de bestuurlijke dwangsom vastgesteld op € 1.442,-, omdat de Belastingdienst niet tijdig heeft beslist na de ingebrekestelling. Eiseres heeft recht op vergoeding van het griffierecht van € 50,- en de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 418,50. De uitspraak is gedaan door mr. E.J. Govaers op 19 mei 2023 en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.